BOEKBESCHOUWING. Yereeniging tot bevordering van beeldende kunsten, onder beheer van bestuurderen der Maatschappij „Arti et Amicitiae Amsterdam. Gaarne voldoen wij aan het verzoek van de Bestuurderen der Maatschappij „Arti et Amicitiae" om met een enkel woord de aandacht onzer lezers te -vestigen op de „Vereeniging tot bevordering van beeldende kunsten." Hiertoe wijzen wij slechts op ondervolgend extract uit de aan onze redactie gerichte circulaire „Opgericht in het jaar 1845, verspreidde zij tijdens haar 55-jarig bestaan „onder hare leden p.m. 2600 Kunstwerken. Bovendien deed zij 45 Gra vureswaaronder verschillende Etsen vervaardigen, die telken jare „als Premie zijn uitgereikt. De Premie 1900 bestond in een Plaatwerk „over de collectie „J. II. van Eeghen" te Amsterdam, dat allerwege „met groote ingenomenheid is ontvangen en in een aantal dag en week bladen op de meest vleiende wijze is beoordeeld. „Met recht kan dus gezegd worden, dat zij een belangrijk deel heeft „gehad in het verspreiden van Beeldende Kunst hier te lande. Sedert „hare oprichting werd alleen voor 't aankoopen van Kunstwerken als „prijzen der Verloting een bedrag van ruim 5 tonnen Gouds besteed. „Alle aan te koopen en te verloten schilderijen, teekeningen, etc., zijn „door Nederlandsche meesters vervaardigd, zoo ook de bovengemelde „Gravures en Etsen. Van eiken verkoop wordt 5 pCt. gestort in het „Weduwen-en Weezenfonds der Maatschappij „Arti et Amicitiae," waar door eene niet onbelangrijke som aan gemeld fonds ten goede is gekomen. „Bovendien is de belangstelling van het publiek in de laatste jaren „buitengewoon toegenomen. Sedert 1892 is het ledental met 2903 ver meerderd, terwijl het aantal Correspondenten steeg van 145 tot 345. „Deze cijfers spreken voor zich zelf. Hoe grooter het aantal leden des „te beter zal zij aan het werkelijk nuttige doel kunnen beantwoorden. „Het lidmaatschap bedraagt niet meer dan 5.'s jaars, waarvoor men „een lot in de, tegen het einde van December te houden, Verloting ont vangt benevens als Premie 1901 het Plaatwerk over de Verzameling „berustende in het „Museum Fodor." Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 326