331
c. Zij is niet gediend van eene opleiding, die de enkele
uitzonderingen niet te na gekomen hare kinderen achter
stelt bij hen, die een betere opleiding hebben genoten en heeft
er niet tegen opgezien zich groote opofferingen te getroos
ten om ook hare kinderen de goede opleiding te doen deelach
tig worden.
Onder de groote opofferingen sub. c. bedoeld, versta ik het weg
zenden der kinderen naar Nederland op jongen leeftijd en acht
het hier de plaats om aan te teekenen, dat ik mij niet kan be
grijpen, dat de regeeringsoverweging als zoude het hoofdbe
stuur van den Indischen Bond daarbij uit het oog verliezen, dat de
oprichting van de door hen gewenschte school, die scheiding niet
zou voorkomen, voor zoover betreft de kinderen, wier ouders
op eene andere plaats dan die der school zijn gevestigd, ernstig
gemeend is.
Is dat dan ook niet het geval voor de cadetten te Alkmaar
of te Breda, wier ouders wel in Nederland doch niet op die
plaatsen woonachtig zijn?
Neen, die scheiding werd uit den aard der zaak niet bedoeld,
maar wel de onmogelijkheid om die kinderen hunne vacantiën
bij de ouders te laten doorbrengen of de ouders hunne bijv.
zieke kinderen te doen bezoeken en vele andere gevallen meer,
kortom de totale onmogelijkheid om de kinderen gedurende tal
van jaren, al is het ook slechts voor korten tijd, weer te zien.
Ja het is waar, door de groote uitgebreidheid van en de slechte
verkeersmiddelen in Indië zouden de verst wonende ouders van
het voorrecht de stem hunner kinderen eens te hooren wellicht
verstoken blijven, maar, aan de hand van de bevolkingssta
tistiek van Nederlandsch-Indië mag geconcludeerd worden, dat
bedoeld aantal een zeer klein procent zal vormen en geen re
geering zal wenschen, dat de overgroote meerderheid lijdt, om
dat het niet te voorkomen is, dat een zeer geringe minderheid
voor zulk lijden niet te behoeden is.
Ik zou hier nog vele minderwaardige factoren in het belang
van mijn betoog kunnen aanvoeren als bekendheid met levens
wijze, omgeving, zorg van goede vrienden, familieleden, enz.,
maar ik acht het overbodig hierover uit te weiden. Het car-
•dinale punt, dat ver boven alle andere verheven staat, heb ik