334 Een ander bezwaar is alweer het op 15 of 16 jarigen leeftijd naar Nederland zenden der kinderen. Ondanks alles wat in het voordeel daarvan wordt aangevoerd, zullen niet veel ouders anders dan noodgedrongen daartoe overgaan. Ik vraag het hier eiken vader en elke moeder in gemoede af, of hij of zij of wel zij beiden niet gelukkig zouden zijn als hun kroost zich hier in Indië een toekomst kon scheppen volkomen gelijk aan die, welke door eene opleiding in Nederland kan wor den verkregen en of in dat geval er ooit aan gedacht zou worden het kind zoo onbereikbaar ver weg te zenden. Ik geloof niet, dat velen mij geen gelijk zullen geven. Vorenstaande factoren nu werken zeer zeker niet ten gunste van de liefhebberij der ouders om betreffende hunne kinderen, reeds na het doorloopen van het lager onderwijs, dus op zeer jongen leeftijd, te beslissen, dat zij zullen worden opgeleid voor het in Indië af te leggen examen voor Alkmaar. Hierbij komt nog een andere factor en wel die van het gering aantal opengestelde plaatsen. In Nederland is een groot aantal plaatsen zoowel voor het Nederlandsche als voor het Nederlandsch-Indische leger openge steld, in Indië slechts een zestal voor het Indische leger. De jongelieden, die zich aan het examen willen onderwerpen, moeten zich daarvoor reeds eenige jaren vroeger beginnen voor te bereiden en kunnen op dat tijdstip niet overzien hoe groot de concurrentie zal zijn. Ligt het dan niet voor de hand, dat de ouders er toe overgaan zich groote opofferingen te getroosten om hunne kin deren aan het examen met veel plaatsen liever dan aan dat met weinig plaatsen te doen deelnemen. Ook al is het verhoudings- cijfer tusscben het aantal candidaten en het aantal plaatsen in beide landen gelijk, dan zal het examen daar waar een groot aan tal plaatsen is opengesteld toch met een veiliger gevoel worden tegemoet gegaan dan wanneer er slechts 6 plaatsen zijn. Moet de geslaagde zich bij de plaatsing te Alkmaar tevreden stellen met eene inlijving bij het Nederlandsche leger, welnu dan is daar later door ruiling of met behulp van invloedrijke kennissen nog wel aan te ontkomen en overgang tot het Indische leger niet geheel onmogelijk. Dus men zendt dan maar liever zijn kinderen naar Nederland,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 350