342 zou zijn uitgeroeid. Mag er verschil van meening hebben ge- heerscht over de noodzakelijkheid der expedie in '59, de daarop volgende was zonder twijfel in alle opzichten gemotiveerd, ja, het ware eene politieke fout van de grootste beteekenis geweest, indien men haar niet had uitgezonden. De macht waarover generaal van Swieten in 1860 voor zijne operatiën tegen het rijk van Boni beschikte, bestond, behalve de troepen van Java aangevoerd, uit een deel van de infanterie reeds op Celebes aanwezig, zoomede uit de tot dat commandement behoorende cavalerie en artillerie. Zij was derhalve samenge steld uit het lle bataljon, het 4e bataljon, twee compagnieën van het 5e bataljon, één compagnie van het garnizoensbataljon, de hulpwapens en de hulptroepen. Vergelijkt men die troepen macht met die, waarover men het jaar te voren beschikte dan blijkt het, dat, al was de samenstelling niet dezelfde, de sterkten vrij wel overeenkwamen. De artillerie, hoewel niet talrijker dan in 1859, beloofde beter hare taak te kunnen vervullen, omdat zij o. a. ook de beschikking had over twee houwitsers van 12 duim. Aan het transportwezen was meer aandacht gewijd; dank zij de bemoeiingen van den bevelhebber waren karren, trekossen en draagzadels medegevoerd, waardoor een oprukken naar het binnenland mogelijk zou zijn. Uit deze voorzorgen, evenals uit het meevoeren van vier stukken positiegeschut kan al dadelijk blijken, dat de generaal van Swieten het voornemen had het binnenland op te zoeken en, dat hij zich geenszins door de operatiebasis ook thans weder Badjoa wilde laten bin den. Boni moest de overtuiging krijgen, dat wij in staat waren ons in elk hoekje van het rijk te vertoonen; dat was het mid del om het aan onze voeten te krijgen. Het plan door van Swieten ontworpen en met den besten uit slag uitgevoerd, luidde„Kadjang en Sindjaï losscheuren van het Bonische rijk, de drie voornaamste plaatsen van dat rijk vermees teren en als daarmede nog geen politieke beslissing was verkregen, de troepen uit het land terugtrekken en de havens van Boni blok- keeren om het aldus tot gehoorzaamheid aan onzen wil te dwingen. Het plan eenmaal vastgesteld zijnde, was er van talmen geen sprake. Alles werd dienovereenkomstig stipt en snel uitgevoerd, geen overijling, maar ook geen tijdverlies.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 358