346
Bij de expeditie in '59 waren dichtbegroeide maïsvelden al
voldoende om nog vóór men in aanraking met den vijand was
gekomen, keert te maken.
De macht door van Swieten tegen Boni aangevoerd bestond
uit het 4e, het lle en 2 compagnieën van het 5e bataljon. Aan
artillerie werden meegevoerd 8 stukken (houwitsers en kanons)
en 4 mortieren van 11^ duim.
De voorhoede onder den majoor Kroesen was samengesteld
uit het rechterhalf 4e bataljon, dus drie compagnieën, twee hou
witsers, één peloton cavalerie en een detachement sappeurs.
De volgorde der afdeelingen, die de hoofdcolonne uitmaakten,
was als volgt: cavalerie, 3 compagnieën van het 4e (linkerhalf)
bataljon, de artillerie, 5 compagnieën van het lle bataljon, ambu
lance beperkt tot 't hoog noodige de 6e compagnie van het
lle bataljon, vivrestrein, 2 compagnieën van het 5ebataljon. Laatst
genoemde afdeelingen waren tevens belast met de vervulling
van de taak der achterhoede.
Elk man was voorzien van de noodige vivres voor één dag,
terwijl in den vivrestrein ook vee werd medegevoerd. Yan de
bij de expeditie aanwezige pikolpaarden konden er 18 worden
gebruikt.
Alles wees er op, dat de generaal van Swieten zich niet zou
tevreden stellen met het veroveren van Boni alleen, doch dat
hij voornemens was verder het land binnen te rukken, waartoe
hij door het organiseeren van een transportdienst tusschen Ba-
djoa en de achtereenvolgens te betrekken bivaks in staat hoopte
te zijn.
De indeeling der troepen bij den opmarsch naar Boni was in
alle opzichten oordeelkundig geregeld.
De voorhoedecommandant, die slechts melding behoefde te
maken van het stuiten op sterke benden, mocht zich verheugen
in eene zekere mate van zelfstandigheid, die hem de zoo noo
dige vrijheid van handelen verzekerde. De samenstelling van de
onder zijne bevelen staande colonne maakte dit mogelijk. Dank
zij het toevoegen van al de aanwezige mineurs konden hinder
nissen, die men mocht ontmoeten, snel worden opgeruimd, terwijl
de beide houwitsers op veldaffuit den commandant in staat
stelden den vijand, waar deze zich achter aardwerken of in ravijnen