348 eerst naar Pasempa, daarna naar Pampanoea. Yerzet zou men niet meer ondervinden, het was den vijand duidelijk geworden, dat dit nutteloos moest zijn. Hoe krachtiger wordt geageerd, hoe minder bloedig het verloop. Om die reden is uit een oogpunt van menschelijkheid, zoo ten opzichte van de troepen als van den vijand, een doortastend optreden de plicht des bevelhebbers. Deze moet daartoe in staat worden gesteld door de beschikking over eene voldoende sterke macht en door een groot vertrouwen van de zijde der Regeering in zijn persoon. Half werk kost op den duur veel geld, maar vooral veel bloed, de zuinigheid bedriegt de wijsheid en ten slotte rest de keuze tusschen het zenden eener ongehoord sterke expeditie, of het lijden van een politiek échec, dat ons prestige tegenover onze inlandsche onderdanen in het algemeen zeker niet ten goede komt 1). De generaal van Swieten, die met zijne troepen een bivak had betrokken te Palakka, gebruikte de eerstvolgende dagen na de behaalde overwinning tot het voorbereiden van de operatiën tegen Pasempa en Pampanoea voor het geval deze noodig mochten blijken. Toen een brief van den generaal aan de Aroe Pitoes, waarin hij dezen tot het openen der onderhandelingen aanspoorde, niet het gewenschte resultaat had opgeleverd, ondernam de generaal den 9en December eene verkenning naar Pasempa, waarbij hij zich deed vergezellen door den staf en den artillerie-comman dant. Men vergelijke met die handeling eens de verkennin gen gedaan in den jare 1859. Toen verkende de bevelhebber een smeulend vuurtje in de nabijheid van het bivak, liet o.a. een marineautoriteit eene ver kenning verrichten, die uit haren aard door een kundig officier van de landmacht had behooren uitgevoerd te worden, werd eene verkenning gedaan, die, toen het op verkennen aankwam, gestaakt werd, enz. De generaal van Swieten keek met eigen oogen omdat het object, Pasempa, het sterke, dat ruim waard was, liet den chef der artillerie den tocht medemaken, omdat diens bevinding om trent den weg naar het object en het object zelf van grooten 1) Laat ons hopen, dat deze ernstige waarschuwing, die onze krijgsgeschiedenis op tal yan plaatsen te lezen geeft, niet weder ten opzichte van Djambi bewaarheid zal worden. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 364