350
Na Pasempa, dat gelukkig geen offers gekost had, kwam
Pampanoea aan de beurt.
Met het oog op den grooten afstand van Palakka, men re
kende op drie marschdagen, vereischte de operatie naar Pam
panoea belangrijke voorbereiding. Generaal van Swieten achtte
het noodig zich los te maken van de operatiebasis en deed de
troepenmacht, die naar de derde plaats van Boni zou oprukken,
voorzien van 10 dagen vivres, waarvan twee rations door den
man zelf zouden worden meegevoerd. Bovendien zouden 20
vivresvaartuigen de flotille der marine op de Tjenranarivier
volgen.
Nadat eene verkenning, waarbij Aroe Palakka den troepen
tot gids diende, den llen gedaan, ons geleerd had welke weg
niet naar Pampanoea leidde, werd den 14en d. a. v. een aanvang
gemaakt met den marsch naar die plaats. De generaal beschikte
daarvoor over ruim 9 compagnieën infanterie, de geheele artil
lerie, de cavalerie en de mineurs. Ook de hulptroepen van Pa
lakka en die onder den assistent-resident Bakkers maakten den
tocht mede.
De marine zou met de landmacht coöpereeren door eene flo
tille van zeven vaartuigen, bemand met 160 koppen, de rivier
op te zenden. De flotille moest na drie dagen voor Pampanoea
zijngedurende de vaart daarheen zouden peilingen worden ge
daan, met het oog op de op te richten vestiging 'aan de rivier.
Er waren teekenen, die er op wezen, dat de tegenstand, zoo
deze al geboden mocht worden, zwak zou zijn.
De koningin was naar Soppeng gevlucht, eenige kiesheeren
hadden reeds vóór den tocht naar Pasempa hunne onderwerping
aangeboden, Pasempa, het reduit van het Bonische rijk, was
zelfs niet flauw verdedigd geworden, Aroe Palakka had op zijn
tocht van Sindjaï naar Badjoa hoewel geen toenadering, toch
ook geen vijandelijkheden ondervonden, hetgeen bij de voorzich
tigheid der inlanders in dergelijke zaken volstrekt niet bewees,
dat men met hart en ziel de zaak der koningin was toegedaan, enz.
Dat generaal van Swieten met zijne geheele nog beschikbare
macht naar Pampanoea oprukte was dan ook zeer waarschijn
lijk alleen toe te schrijven aan den wensch om in die dicht be
volkte streek indruk te maken door troepenvertoon. Het heil-