24
ten, de neigingen (gewoonten) en de hartstochtenBehalve ons
das toe te leggen op juist denken en juist voelen, moeten we
tegelijkertijd er op bedacht zijn, om die uitingen van ons wil-
vermogen het zwijgen op te leggen.
Om onze bedoeling duidelijker te maken, een paar voor
beelden wij laten ons beheerschen door gewone zinnelijke
begeerten, wanneer wij straffen zonder ons de moeite te ge
ven behoorlijk te onderzoeken, en wanneer deze nalatigheid
voortvloeit uit gemakzucht, lusteloosheid, laksheid, enzwij
laten ons beheerschen door neigingen wanneer we straffen naar
door ons vast aangenomen regels of naar een vast systeem,
waarin geen plaats is voor overweging of overleg; wij laten
ons beheerschen door hartstochten, wanneer we straffen in
woede, uit haat, in drift. Zooals we deze drie factoren van
ons lager wilvermogen door een voorbeeld ten opzichte van
het straffen in het algemeen aangaven, zoo zouden we meer
gedetailleerd de gebreken en ondeugden kunnen aanwijzen,
die bij elke strafoplegging afzonderlijk uit die factoren voort
vloeien, en die allen het gevolg zijn van gebrekkige wilsbeheer-
sching van den strafoplegger. Dit kan hier echter ons doel
niet zijn. Een ieder van ons begrijpt dit wel, maar juist het
doen, daar komt het op aan. Wanneer we zeggen, men mag
bij het straffen geen antipathieën (de beteekenis van het laatste
is heel iets anders dan het hooger gevoel, dat menschenliefde
beteekent) er op na houden, dan behoeft dit maar gezegd te
worden om het te begrijpen, doch heel iets anders is het, het
verbod in werkelijkheid niet te overtreden. Zooals we reeds zei
den juist denken en juist voelen, in verband met de beheersching
van alle zinnelijke wilsuitingen, kan ons daarbij helpen. Dit moge
moeilijk, ja zelfs onmogelijk zijn, omdat het volmaakte door ons
niet te bereiken is, het ontheft niemand van den plicht, om naar
dit volmaakte te streven.
4. De lijdelijke gehoorzaamheiddie van alles, dus van de geheele
opvoedingde grondslag is.
Al dadelijk moeten we hier opmerken, dat „lijdelijke gehoor
zaamheid" eigenlijk een pleonasme is. Taalkundig geven alle woor
den met den uitgang „zaam" te kennen, dat de eigenschap tot
het wezen van den persoon of de zaak behoort. Gehoorzaam is