358
Ook wei d bepaald, dat de troep zelf voor koffie moest zorgen.
Indien de aannemer te Batavia bijtijds was gewaarschuwd ge
worden, had deze het noodige kunnen branden.
Het brood en vleesch zouden steeds op één plaats worden
gefourageerd. Alléén op den 21efl werden runderen van Tandjong-
Oost naar Tjisalak gezonden om daar te worden geslacht. Deze
regeling is nog al vreemd. Waarom werd niet steeds het benoo-
digde vee levend naar de bivakplaatsen gezonden om daar te
worden geslacht. Nu kwam b.v. voor Tjibinong het geslachte
vleesch van Buitenzorg, en moest het dus ruim 7 paal door de
brandende zon vervoerd worden.
Ten slotte verdient de kwestie van het extra-ontbijt nog even
onder de aandacht te worden gebracht. De intendant bij de
uidpartij zorgde er steeds voor, dat iederen dag het benoodigde
011 worden; ingekocht, b.v. voor de Europeanen eieren, voor de
inlanders rijst, bras ketan, Javaansche suiker, eieren, klapperolie
enz. Tengevolge van deze uitstekende maatregelen rukte die
partij dan ook iederen dag met een extra-ontbijt uit, hetgeen
zeer zeker wel noodzakelijk was.
Zoo was dan alles zooveel mogelijk geregeld en gelet op den
zeer korten tijd, die beschikbaar was, kan gezegd worden, dat
dit ook goed was geschied. En zoo brak dan eindelijk de 20e
Augustus aan.
In den vroegen morgen van dien dag zag men reeds vele
oidonnansen met handpaarden van de cavalerie langs het Water-
looplein rijden.
Een daarvan, een inlander, wist niet, waar hij heen moest en
aangezien de man den naam van den officier ook niet kon
uitspreken, kon men hem ook niet terecht wijzen. Een bewijs
hoe noodzakelijk het is zulke menschen steeds een briefje mede
te geven.
De troepenmacht, die aan de te houden manoeuvres zou deelne
men, bestond uit het 10de, llde, 18d« en 2de reserve-bataljon,
de kadei school, tot eene compagnie gevormd,
het 3de eskadron cavalerie,
drie batterijen veld-artillerie (ieder a 4 stukken).
Deze troepen zouden onder hunne commandanten afmarcheeren: