360 „het 18de bataljon infanterie, „de kaderschool tot 1 compagnie gevormd, „1 peloton cavalerie, „de 2de veldbatterij (4 stukken) „en gevechts- en bagage trein (ondersteld) „achtergelaten met opdracht zoo lang mogelijk aldaar stand te- „houden, echter zorgende dit detachement zoo veel mogelijk niefc- „voor het leger te doen verloren gaan. „Het detachement bevindt zich op den 20en Augustus om 3 „uur n. m. te Tjisalak." De opdracht voor die partij luidde „In verband met het bovenstaande wordt u opgedragen de „noodige maatregelen te treffen." In de bijgevoegde aanteekeningen werd nog bepaald, dat de voeling met den vijand was verloren gegaan. De onderstelde toestand voor de Noordpartij was: „De Noordpartij is door de omstandigheden genoodzaakt te „Batavia te blijven en heeft een detachement ter sterkte van:, „het 10de bataljon infanterie, „het llde bataljon infanterie, „het 2de reserve-bataljon, „3 pelotons van het 3de eskadron cavalerie, „de lste en 3de veldbatterij (a 4 stukken) „en gevechts- en bagagetrein (verondersteld) „opgedragen de Zuidpartij krachtig te vervolgen, zoo moge- „lijk tot Buitenzorg door te dringen en dat punt bezet te „houden. „Dit detachement staakt ter hoogte van paal 16 de vervol ging ten 3 uur n. m." De opdracht voor die partij luidde: „In verband met het vorenstaande wordt u opgedragen de noo- „dige maatregelen te nemen." Zeer spoedig, nadat de voorposten waren uitgezet, ontving de- leider van den commandant der Noordpartij eene instructie voor den voorposten-commandant. Hieruit bleek, dat door deze partij marschvoorposten waren uitgezet en wel: cl 1 peloton bij het snijpunt der karrewegen, die van Tjidjan- toeng ilir en van den kampong Tjidjantoeng ten Westen van Sitoe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 376