368
het terrein aan die zijde geheel open was. Maar bovendien
werd hierdoor de opmarsch wederom vertraagd, omdat de com
pagnie een zeer moeilijk begaanbaar terrein had te overschrij
den en dus slechts langzaam kon vooruitkomen.
De hoofdcolonne en het resteerende gedeelte der voorhoede
marcheerden langs den in het marschbevel aangegeven weg.
Toen de colonne uit het bedekte terrein te voorschijn kwam,
werd de geheele voorhoede ontwikkeld en ging de artillerie
commandant voorwaarts eene stelling zoeken voor zijne afdeeling.
Gelukkig voor de Noordpartij kon de artillerie van den vijand
evenmin uit de hieronder te vermelden tweede stelling het de-
boucheeren uit het bedekte terrein waarnemen, anders zou er
'vermoedelijk niet veel van de colonne terecht zijn gekomen.
Deze opstelling van de artillerie der Zuidpartij is haar echter
niet als fout aan te rekenen, daar het terrein eene betere op
stelling niet toeliet.
Nadat de voorhoede 500 M. Zuidwaarts van het bedekte
terrein was aangekomen, kreeg zij vuur van de tegenover haar
in stelling staande artillerie der Zuidpartij. De commandant
van die partij had nl. bijtijds zijne troepen weten terug te trek
ken naar een tweede stelling, 500 M. ten Noorden van het
den vorigen nacht ingenomen bivak. Deze stellingverandering
geschiedde buitengewoon goed. Kalm en bedaard marcheerden
de troepen naar de hun aangewezen plaats. Ook in het verdere
verloop der manoeuvre werd deze kalmte waargenomen, zoodat
gezegd kan wordendat de commandant van die partij zijne
troepen uitstekend in de hand had.
Nadat de artillerie uit de 2e stelling twee schoten had ge
daan, trokken de troepen terug naar een derde stelling, die ter
hoogte van het landhuis Tjimanggis zou worden ingenomen.
Gedurende dit terugtrekken ontving de partijcommandant even
wel de opdracht van den leider om nu eene stelling te gaan
innemen, waar langen tijd stand kon worden gehouden en waar
uit niet mocht worden teruggetrokken.
Deze stelling werd door den partijcommandant gevonden onge
veer ter hoogte van paal 24.
Intusschen was de artillerie der Noordpartij in stelling geko
men en daar ten Noorden van Tjisalak iets wits werd gezien