383 Den 21en werden 's vijands stellingen aangevallen. De artillerie was daarbij als volgt verdeeld: kapt. Van Deusen bevond zich met één stuk bij een bataljon infanterie onder majoor Cheatarn, dat de vijandelijke stelling zou omtrekkenluitenant Summerall was met het veldkanon en één Vickers-Maxim bergkanon bij de voorhoede van de hoofdmacht ingedeeld, terwijl luitenant Buckey met de overige vuurmonden zich bij de hoofdcolonne bevond. Na gedurende vele mijlen door dicht hakhout en over een zeer ongelijken bodem gemarcheerd te hebben kreeg kapt. Van Deusen bevel naar den weg terug te keeren, daar het hoofd der colonne stond aan een rotswand, waarlangs dieren niet konden afdalen. De hoofdmacht had intusschen den vijand aangevallen en hem terug gedrongen, waartoe de artillerie krachtig meegewerkt had. Bij het eerste schot was de stelschroef van het veldkanon gebroken en was dit kanon verder buiten gebruik gesteld. Kapt. van Deusen voegde zich bij de hoofdmacht juist nadat deze een bivak had betrokkende omtrekkende colonne kwam eerst laat in den avond terug. Den volgenden ochtend rukte luitenant Buckey met eene colon ne uit naar Santa Cruz, terwijl de hoofdmacht door Lilie op Majayjay aanrukte, waar hevige tegenstand werd verwacht. Het veldstuk en de Hotchkiss kanonnen werden met de voertuigen naar Santa Cruz gezonden, daar het pad onbegaanbaar voor hen zou zijn. Twee Vickers-Maxim kanonnen werden echter bij de colonne ingedeeld. Tegenover de vijandelijke stelling, welke sterk verschanst was, bezetten de Amerikaansche troepen een bergrug op ongeveer 600 yards afstandde stukken werden opgesteld nabij de uiteinden van deze linie, waar zij het beste overzicht over 's vijands verdedi gingswerken zouden hebben. Alles werd voor het gevecht in gereedheid gebracht en kleine emplacementen werden gegraven om personeel en munitie te dekken. Het werd niet raadzaam geoordeeld den vijand dien dag aan te vallen en daarom werd het artillerievuur niet geopend. Den volgenden dag trok de vijand af, daar eene Amerikaansche colonne eene plaats in zijnen rug bezet had. Toen kapt. Van Deusen hier aankwam, ontving hij den last kolonel Gardener, die den terugtrekkenden vijand achter volgde, in te halen. Daar de kolonel reeds een uur op weg was en het pad buitengewoon moeilijk, kon kapt. van Deusen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 399