385 en door rivieren, welke zoo diep waren, dat ze geheel onder water kwamen. Dikwijls vielen ze het onderste boven en werden een eind weegs in die houding nog voortgesleept. Eens viel een kanondier van eene brug, minstens 20 voet boven een stroom. Het dier kwam op zijn rug, of liever gezegd, op den vuurmond terecht op eene rots, zonder dat een van beide het minste letsel bekwam. Nooit kwam er een gebrek aan de ge- heele inrichting, tengevolge waarvan de werking ook maar eenigs- zins in gevaar werd gebracht. Sommigen vreesden, dat het richt- toestel door zijne plaatsing laag bij den grond, licht vuil zou wor den en daardoor onbruikbaar. Daar was echter geen sprake van; het toestel reinigde zich als 't ware van zelf'; bovendien konden onreinheden e. d. gemakkelijk met de vingers of eene poetslap worden verwijderd. De terugloop wordt nagenoeg geheel opgeheven; de remtouwen bleken niet noodzakelijk te zijn. Als een gevolg van de hitte en de nieuwheid van het materieel lekten de remcylinders een wei nig; de vloeistof kon echter zonder bezwaar aangevuld worden door kokosolie, die op alle bivaks te krijgen was; desnoods kon men hiertoe zelfs water bezigen. Kapt. Van Deusen meent, dat het voordeel van opheffing van den terugloop in ruime mate opweegt tegen de noodzakelijkheid per stuk één muildier meer noodig te hebben. De lamoenberrie is veel te zwak. Na korten tijd waren ze alle geheel defect, zoodat men zijne toevlucht moest nemen tot de lamoenberriën van het Hotchkiss-materiëel of tot zelf gemaakte. De stevigheid schijnt hier opgeofferd te zijn aan de lichtheid, hoewel eenig gewicht meer geen aanzienlijk verschil in de ver deeling der lasten gemaakt zou hebben. Kapt. Van Deusen keurt ook de bevestiging van de lamoenberrie op den draagbok af; volgens hem wordt er nu trekking van den borstriem en daar door schaving veroorzaakt. De munitie voldeed naar wenschweigeren of ontijdig sprin gen kwam niet voor, terwijl de werking der buizen evenmin reden tot klagen gaf. Alleen granaten en granaatkartetsen wer den gebruikt en volgens kapt. Van Deusen, zijn dit de eenige projectielsoorten, welke op de Philippijnen noodig zijn. Daar omtrent zegt hij letterlijk: „Very few occasions will arise

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 401