409 Punt III. Het rjuist en snel vuren" zal zijn naam wel te danken heb ben aan de omstandigheid, dat men aan het bij de individueele oefenin gen uit te voeren snelvuur toch een zekere voorwaarde van overgang heeft moeten verbinden en daarom ook nadruk heeft gelegd op de juistheid. Wat de laatste twee alinea's van dit punt betreft, zou ik kunnen op merken, dat men voor een stormaanval wel snel, maar nooit juist zal kunnen vuren, evenmin bij een plotseling stooten op den vijand, e. d. en slechts in die gevallen wordt van het snelvuur gebruik gemaakt. Punt IY. Hierin wordt beweerd, dat, wanneer in de rubriek opmer kingen achter X voorkomt 140 A (B)8, het niet is uit te maken of X dan nog alleen As moet schieten, als in te halen oefening, dan wel of hij ook nog A (B)9 en A (B)10 moet schieten, waarbij verder verwezen wordt naar de opmerkingen achter Schaap. Eigenlijk zou achter dezen fuselier vermeld moeten staan: 112 B2 B7 B9 B10 B210, doch daaruit 112 B7 B9 B10 B210 reeds voldoende blijkt, dat Schaaf aan het inhalen is, is B2 uit bekorting weggelaten. Volgens 198. II eerste al. wordt in de rubriek „opmerkingen" vermeld, wat van invloed is op de volgende oefeningen, en daarop heeft de aanwezig heid van B2 volstrekt geen invloed. Is daarentegen, in het door Buskruit aangenomen geval, X met A9 aan het inhalen dan zal, om dezelfde redenen achter X moeten vermeld staan 140 A8 Ae, want dan eerst is aangeteekend, wat bovengenoemde alinea eischt. Punt Y. Wanneer een schutter in twee series A5 of B3 niet over schiet, wordt de gewone regel gevolgd en komt daarvoor in de rubriek opmerkingen A5 of B8, want het gebruik van streepjes is voor dit soort oefeningen niet uitgesloten. Wat het voorbeeld van de Bruyn betreft is de invulling van 43 AA AA A55/la wel eenigszins te verdedigen, daar er dan dadelijk de aandacht op valt, dat de laatste oefening er eene is in het snelvuur Voor iemand, die bij het inhalen eener dergelijke oefening 8, dus totaal 10 series zou noodig hebben, is 134 aanwezig, om hem met behulp daarvan zoolang 107 te laten beoefenen tot hij blijken geeft van beterschap, welke maatregel wel zal genomen zijn voor dat hij 10 series heeft geschoten. Een en ander neemt niet weg, dat men strikt genomen, in het aange haalde voorbeeld zou kunnen volstaan met 43 A2 A4 A5,a, wat ook vooral bij meerdere series aanmerkelijk zou bekorten. Punt VI. De in dit punt voorgestelde wijziging, zou volgens Buskruit in de practijk de invulling van een schietregister, voor den daarmede belasten officier, een veel minder tijdroovend werk doen zijn. Daarge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 425