410 laten of die invulling thans nog een tijdroovend werk is, geloof ik niet, dat de voorgestelde wijziging het werk en bovendien het overzicht zou vergemakkelijken. Ik sprak reeds officieren, met de invulling belast, die mijn gevoelen deelden. Veronderstellende, dat iemand 2 maanden in het hospitaal is (geen uit zondering) zou men dus 10 maal b.v. moeten invullen As of wel EA5, ja misschien als het een schutter, klasse D was, 10 maal „D300 Prs.i.b." (zie achter Vliervoet). En wanneer, nadat de schutter eindelijk de telkens vermelde oefening schiet, en in twee series niet overgaat? Welke van al die A's moet dan onderstreept worden, de eerste of de voorlaatste Buskruit meldt dit niet. Punt VII. Voor een schutter, welke wordt overgegeven, zijn drie ge vallen mogelijk, wat betreft de herhalingsoefeningen le. Hij heeft daaraan reeds voldaan. Alsdan wordt op 't E. A. achter de oefening waarin- hij is, geschreven: V. E. r= (V)oldaan aan E 2e. Hij moet daarmede nog beginnen, of is er mede bezig. Alsdan wordt op 't E. A. achter de oefening, waarin hij is, geschreven EA4 of b v. EA4 2 X. 3e. Hij behoeft geen herhalingsoefeningen te doen, omdat hij in den loop van het seizoen in B kwam. Alsdan wordt op 't E. A achter de oefening, waarin hij is, niets vermeld. Volgens Buskruit wordt er niets vermeld, wanneer de schutter in het 2e geval le gedeelte verkeert. Deze opvatting is m.i. niet juist Waar schijnlijk is zij ontstaan, omdat in Model II bij de opmerkingen achter Veltema, Hoek, enz EA4 niet is ingevuld. Dit was overbodig, want die schutters waren bij het begin van 't scliietjaar bij de compagnie, en ieder, die daarvoor in aanmerking komt, moet dan met EA4 beginnen De aanteekening op het E. A. is echter lang niet altijd een copie van de rubriek opmerkingen Punt VIII. Door redeneering, toegelicht door voorbeelden, komt Bus kruit hier tot de gevolgtrekking, dat „doorloopen" in twee beteekenissen gebruikt wordt. Uit hetgeen in 124 op dat woord volgt, en in 200 daaraan voorafgaat, is reeds dadelijk duidelijk welke beteekenis men er in de twee onderscheiden gevallen aan gehecht wil zien Het gaat er mee als in een vorig Voorschrift op de wapening en munitie, waarin ergens vermeld stond, dat bij het geweer in normalen toestand de vizier klep was „neergeslagen" terwijl in een daarop volgende paragraaf geschre ven stond, dat die vizierklep nimmer mocht worden „neergeslagen". Tegenstrijdig en toch duidelijk. Buskruit 2.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 426