419 trein mede, tengevolge van de omstandigheid, dat de soldaten, in het vredesgarnizoen gewend aan eene groote mate van com fort, daarvan geen afstand kunnen doen, wanneer zij te velde trekken. Om een denkbeld te kunnen krijgen van de grootte van den trein, is het voldoende de verschillende expeditiën te bestu- deeren, die Engeland in den loop der jaren heeft uitgerust. In de verslagen van Krijgswetenschappen 1897/98 vindt men o.a. zeer uitvoerig aangegeven hoe het transportwezen geregeld was bij de Ashanti-expeditie. Dat een dergelijke groote trein zeer belemmerend werkt op den gang der operatiën, behoeft zeker geen betoog en nu moge het waar wezen, dat dit bezwaar minder gevoeld zal worden bij eene expeditie tegen een inlandschen vijand, in een oorlog tegen een beschaafden tegenstander moet het groot gewicht in de schaal leggen, hetgeen dan ook overtuigend in dezen oorlog gebleken is. In het Militar Wochenblatt van 1900 No. 96 kunnen wij dan ook lezen 1): „De voornaamste fout in hun systeem van oorlog voeren (d.w.z. in dat der Engelschen) bestond in hun blijkbare „ongeschiktheid om snelle bewegingen te maken. Deze werden „steeds belemmerd door de bagage. De trekos kan niet snel ge- „noeg marcheeren. Hun systeem onderscheidt zich aanmerkelijk „van het onze. Wij gebruiken zeer zeker ook ossenwagens, maar „wij laten die gewoonlijk op grooteren afstand volgen en laten „ons door die wagens nooit ophouden. Yoor onze dagelijksche „behoeften dienen de z. g. Paardencommando's. Met deze uit drukking bedoel ik een commando, dat bijna geheel uit paarden „bestaat. Wij gebruiken eigenlijk geen tenten, met uitzondering „van de patrouille-tenten, die gemakkelijk met onze dekens en „levensmiddelen op den rug van het paard kunnen worden ge bonden. Twee man bezitten, behalve hunne eigene paarden, „gewoonlijk één pakpaard, waarop de dagelijksche behoeften voor „beiden worden vervoerd. Dit pakpaard wordt geleid door een „inlandschen jongen, die voor de ruiters kookt en drie paarden „verzorgt. Wordt het paard van een der manschappen doodge schoten, dan kan hij altijd nog het pakpaard bestijgen, of wel 1) „Die Buren und ihre Pferde."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 437