431 „know how much delay and hesitation there has been as to „despatch off the Eigth Division which has even now been sent „out without its proper allowance of artillery". Lord Roberts wist evenwel al die moeilijkheden meesterlijk te overwinnen. Na zijn snellen marsch naar Bloemfontein bleef hij kalm in die plaats, totdat zij geheel was ingericht als tus- schenbasis. Daar de trein ternauwernood de voorraden voor het dagelijksch gebruik van de aanwezige troepenmacht kon aan voeren, duurde het langen tijd vóór dat de reserve-voorraden bijeen waren. Maar ook op versterkingen van het leger moest worden gewacht, want, zegt von der G-oltz: „invallende legers „smelten weg als sneeuw voor de zon." Immers, behalve op de verliezen, moest worden gerekend op de bezettingen der verbin dingslijnen en aangezien de Engelsche reglementen voorschrij ven, dat voor eene linie van 160 K.M. vier bataljons infanterie, een regiment cavalerie en twee batterijen artillerie noodigzijn, hetgeen een totaal van 4500 man op die lengte van com municatie-lijn geeft, moest men beschikbaar hebben aan étape troepen voor de communicatie-lij n van de operatie-basis tot Bloem fontein 30000 man en voor die van Bloemfontein tot Pretoria 20000 man. Gedurende de expeditie in Afghanistan werden door lord Ro berts 1000 man noodig geacht voor de beveiliging van iedere 16 K.M. (10 Engelsche mijlen) der communicatie-lijn. Toen lord Roberts den 30en April eindelijk den marsch in Noordelijke richting hervatte, kon worden gezegd, dat Bloem fontein geheel beantwoordde aan het doel, waarvoor het was ingericht. De zoozeer in het voordeel der Engelschen veranderde toestand had bovendien het moreel van den soldaat in hooge mate doen rijzen, zoodat, niettegenstaande de aanwezigheid van vijandelijke afdeelingen op de flanken, de marsch met een gerust hart kon worden begonnen. En deze marsch werd wederom met evenveel élan doorgezet als de vorige. Winburg, Kroonstad, Johannesburg vielen successievelijk en zeer spoedig na elkaar in handen der Engelschen, zoodat den Boeren geen tijd werd gelaten tot bezinning te komen. Over het laatste gedeelte van dezen marsch lezen wij in het Militar Wo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 449