443 In een ander bericht maakt zij melding van het gevangen nemen van een sectie infanterie. Na eene opmerking van den leider, bij de bespreking, dat eene gevangen genomen sectie infanterie een heel blok aan het been zou zijn geweest voor eene cavalerie afdeeling, gaf de commandant der cavalerie wel te kennen, dat hij in werkelijkheid heel anders zou hebben gehandeld en die ge- heele sectie misschien over den kling zou hebben gejaagd (dit zou zeker in strijd zijn geweest met de regelen van het oorlogs recht), maar dan had dit uit het bericht moeten blijken. Te allen tijde is het gewenscht in de berichten alleen datgene op te nemen, wat men in werkelijkheid zou doen. Nadat de voorhoede-commandant van de Noordpartij het boven vermelde bericht had ontvangen, werd daarvan kennis gegeven aan den partij-commandant en gedurende 3/4 uur gerust. Gedu rende die gedwongen rust werden niet voldoende veiligheids maatregelen voor de flanken en den rug genomen en dit was hier van te meer belang, nu men nog steeds niet wist, waar zich de vijand ophield. Tegen het einde van de rust (9 u. 20 van.) kwamen berich ten van de Zuidpartij bij den leider in. Bij deze partij was on middellijk na ontvangst van de mededeeling, waar zich 's vijands hoofdmacht bevond, rechtsomkeert gemaakt om die macht tege moet te gaan. Het lle bataljon, dat als voorhoede dienst deed en paal 24 reeds geruimen tijd gepasseerd had, kreeg in opdracht door te marcheeren en van af kampong Tjisalak denzelfden weg te volgen als 's vijands hoofdmacht had gevolgd. Deze maatregel is m.i. niet goed te keuren, aangezien hierdoor de troepenmacht verdeeld werd in twee gedeelten, die ieder op zich zelf niet sterk genoeg waren om den vijand te verslaan en die, omge keerd, van elkaar gescheiden door den vijand konden worden vernietigd. De partij-commandant voegde zich bij het lle bataljon, terwijl hij het bevel over de hoofdmacht overliet aan den chef van den staf. Het was m.i. de taak van den partij-commandant geweest om bij zijne hoofdmacht te blijven, omdat dit het belangrijkste gedeelte vormde en hij zeker wist, dat het met den vijand in con tact moest komen. Yoor het lle bataljon was dit niet zoo zeker, want ware de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 461