449 partij-commandant door den leider medegedeeld, dat cavalene- patrouilles hem het bericht brachten, dat de vijand een stelling had ingenomen bij kampong Soegoe Tamoe, terwijl 's vijands artillerie was opgesteld bij Pengarengan. Deze mededeeling was noodzakelijk, omdat anders de Noordpartij, gedekt door het be groeide terrein ten Oosten van de Tjidjantoeng ketjil, 's vijands stelling tot op korten afstand had kunnen naderen en de artil lerie dan niet in de gelegenheid zou zijn geweest eene eerste stelling in te nemen. Onmiddellijk na ontvangst van de mededeeling werd het ge vechtsbevel uitgegeven. De 2« brigade op den rechtervleugel daarnaast op 300 M. afstands de P brigade; de artillerie op den linkervleugel, gedekt door eene compagnie infanteriealdus zou de opstelling zijn. Zoodra de marsch voorwaarts kon worden aangevangen, zou de rechterflank worden gedekt door de geheele cavalerie-macht5 de linkerflank door een compagnie infanterie. Nadat de brigade-commandanten en de commandant der aitu- lerie dit bevel hadden ontvangen, zag men weldra de troepen de hun aangewezen plaatsen innemen. Zij moesten daartoe een flankmarsch maken ten opzichte van de richting van s vijands stelling. Deze flankmarsch (welke door één bataljon geschiedde in de formatie met verdubbelde rotten uit de flank) had uitgevoeid moeten worden door gebruikmaking van compagnies-colonnes uit de flank met groote tusschenruimten tusschen de compagnieën, ten einde aan 's vijands artillerie geen groote, breede doelen tot juister inschieten aan te bieden. Immers, al was de stelling van uit de marschlijn niet te zien, voor enkele waarnemers in obser vatieposten (boomen, bamboe-ladders, enz.) was zij misschien goed zichtbaar en dit zou te meer hier het geval geweest zijn, daar enkele bataljons over de ruggen, in plaats van door de diepe inzinkingen marcheerden, hetgeen op zich zelf reeds verkeei d is. Op de in het gevechtsbevel aangegeven plaats aangekomen, werd van iedere brigade een bataljon aangewezen voor de alge- meene reserve, terwijl de beide andere bataljons der brigade twee compagnieën in de gevechtslinie vooruitschoven (voor zooverre deze bataljons uit vier compagnieën bestonden). Ieder dezer com pagnieën had weer een peloton in de tiiailleui linie. Di, n, i9oi. 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 467