450 Tengevolge van deze opstelling ging een kenmerkend moment van den aanval verloren. Immers op 2500 M. van den vijand behoefde nog niet een zoodanige open formatie te worden aan genomen. Nog was geen schot van'svijands zijde gevallen, zoo dat de verliezen daartoe ook niet konden hebben gedwongen. Het eerste moment had moeten zijn een vooruitgaan met compagnies colonnes uit de flank. Eerst op ongeveer 1200 M. afstand van den vijand, wanneer de uitwerking van het infanterie-vuur voelbaar kon beginnen te worden en de artillerie kon geacht worden inge schoten te zijn, had kunnen worden overgegaan tot eene formatie als die, waarmede nu werd begonnen. Het gevolg van de geno men maatregelen is nu geweest, dat op 1500 M. van de vijan delijke stelling reeds een zeer sterke tirailleurlinie ontwikkeld was. Maar laten wij na deze kleine afdwaling naar de artillerie terug gaan. De beide batterijen hadden een zeer goede stelling ge vonden 300 M. Oostwaarts van bovengenoemden kampong Tjidjantoeng, waar zij de geheele vijandelijke stelling konden overzien. Het in stelling komen geschiedde, nadat op voldoen den steun van infanterie kon worden gerekend. Gebruik maken de van eene achtergelegen inzinking, konden de stukken geheel gedekt worden opgereden, zoodat het eerste schot eene verras sing voor den vijand moet zijn geweest. Dit schot viel om 11 a/i uur v.m. en werd spoedig daarop beantwoord door de tegenpartij. Het artillerie-duel was hiermede aangevangen. Toen geacht kon worden, dat de vijandelijke artillerie vol doende verliezen had geleden, kreeg de infanterie last om voor waarts te gaan. Gedurende deze periode kon worden gezien, hoe moeilijk het is voor commandanten van grootere troepen- afdeelingen om zich niet speciaal met een gedeelte er van te gaan bezig houden, maar om doorloopend het oog te houden op het geheel. Om 12 uur 40' n.m. werd het vijandelijk artillerievuur op de naderende infanterie geopend. Toen waren reeds afdeelingen geheel en tirailleur opgelost, niettegenstaande zij buiten bereik van het vijandelijk infanterievuur waren. Toen de aanvallende troepen de stelling dichter naderden, werd het infanterievuur van daaruit geopend en nam dit in he vigheid toe. Toch werd onvermoeid en onversaagd voorwaarts

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 468