men van plan is veldhouwitsers bij de bereden artillerie in te voeren. Hoewel dit niet officieel is bevestigd, is het niet van belang ontbloot na te gaan of ons leger werkelijk door deze in voering zal zijn gebaat. De redenen waarvoor in Europeesche legers veldhouwitserbat- terijen zijn ingevoerd, zijn in 't kort de volgende 1): Door het overal toenemen van den pionierarbeid zal men in 't vervolg meer dan vroeger op door den veldschop versterkte stel lingen stuiten, waar het modern veldgeschut door zijne gestrekte baan, ook met brisante granaat zelfs, bijna machteloos tegenover staat. Daar een leger echter door eene dergelijke stelling niet .zoolang mag worden opgehouden tot krombaangeschut voor het vernielen daarvan is aangekomen, omdat anders de vijand den tijd heeft van zijne stelling een klein Plewna te maken, moet men bij het veldleger geschut hebben, dat aan deze opdracht kan voldoen. Gelden deze beweegredenen echter ook voor de invoering van houwitserbatterijen bij ons veldleger? Zijn wij sterker dan een' eventueel gelanden vijand, zoo kun nen wij direct aanvallend optreden en is er dus van ingraven van zijn' kant geen sprake. Zijn wij zwakker, wat wel altijd het geval zal zijn, zoo is onze vechtwijze actief defensief en beginnen wij met verdedigend op te treden, met het doel om later indien de vijand voldoende is verzwakt tot het offensief over te gaan. Alleen in dit laat ste geval, indien het ons mocht gelukken den vijand overal terug te drijven, zou het zich kunnen voordoen, dat wij op dergelijke doelen stuiten, doch daar wij dan optreden in ons eigen land zal er wel tijd wezen belegeringsgeschut te laten aanrukken. Zoo dringend noodzakelijk als voor groote Europeesche mo gendheden is dus de invoering van veldhouwitsers voor ons bij lange na niet, vooral daar er zich groote bezwaren zullen voordoen bij de constructie van een dergelijken vuurmond in verband met de geringe trekkracht onzer paarden. Wil men n. 1. voldoende uitwerking met dit geschut hebben, dan moet 1) Ind. Mil. Tijdschr. 1900 So. 10.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 475