460 ■behoeft zich slechts het rijden over galangans, door sawahs of -door lastige ravijnen te denken. Bij de cavalerie is dan ook reeds in beginsel aangenomen, dat bij den gevechtstrein der escadrons geen karren mogen voor komen- Het vervoer op draagpaarden met bereden geleiders is dan -ook noodzakelijk, doch zal dan ook in alle terreinen kunnen voldoen. De paardenkwestie zal geen bezwaar opleveren, daar de uit breiding per escadron slechts 8 paarden zal bedragen. Voor het dragen van mitrailleurs en munitie zal men het beste doen gewone remontepaarden te gebruiken. Men dient dus het dood gewicht te bepalen, waarmede het draagpaard belast mag worden om de cavalerie overal te kunnen volgen. Voor het ge wicht, dat een cavaleriepaard moet kunnen dragen, dus ruiter, har- nachement, wapening en bepakking is bij de cavalerie zeer nauw keurig het gemiddelde van 98 K.G-. gevonden. Afgescheiden van de soort van het paard en van de kwestie of dit gewicht voor onze sandelhout te veel is, mogen wij hieruit de conclusie trek ken, dat eenzelfde paard beladen met een' rationeel verdeelden last van 75 K.G-. dood gewicht in staat is overal in het terrein het paard te volgen met een'levenden last van 98 K.G. Voor hetdraag- tuig lijkt mij het beste den kleinen draagbok der bergartillerie te gebruiken. Dit is wel het eenvoudigste draagstel, dat men zich kan denken en zal door toevoeging van eenig beslag gemak kelijk geschikt gemaakt kunnen worden voor het dragen van mitrailleur, affuit en munitie. Het gewicht van het geheele harnachement blijft dan beneden •de 15 K.G. Gebruik makende van de gegevens van den kapitein v. d. B. laten wij hier nog de volgende uitwerking volgen. Eerste paard draagt: 1 mitrailleur en 5 L water25 K.G. Drievoet en 8 L water20 K.G. Tasch met verwisselstukken, enz. 5 K.G. Schild 6 -K.G-. Harnachement15 K.G. 70 K.G.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 478