475 kondigen. Het is te hopen, dat het stukje het gewenschte re sultaat moge hebben. Nu ik hier toch over couranten-artikelen spreek, is het zeker niet te onpas ook het volgende te vermelden. In de Java-Bode van den 22en Augustus kon men onder de mailberichten het volgende vermeld vinden „Bij Koninklijk Besluit is: „1°. In zijn rang overgeplaatst bij het wapen der infanterie- „van het leger hier te lande, enz. „2°. In rang en anciënniteit overgeplaatst bij het wapen der „infanterie van het leger in Nederlandsch-Indië, enz."" Opmerkelijk moet het zeker genoemd worden, dat de naar- Indië overgeplaatsten in rang en anciënniteit, de naar Neder land overgeplaatsten alleen in rang overgaan. Waaraan zou dit verschil te wijten zijn? Worden de belangen van het Indi sche officierskorps in Holland minder ter harte genomen dan die van het Nederlandsche? Of zou dit daaraan moeten wordern toegeschreven, dat men het Indische officierskorps in het moe derland altijd nog van minder gehalte acht dan het Nederland sche en men er dus vrijer mee kan omspringen? Nog een enkel woord tot besluit. Zoo juist ontving ik ter lezing van de redactie de „Toespraak ter gelegenheid van het- Gouden Feest van het Instructie-bataljon" door G. J. W. Koo lemans Beynen, luitenant-kolonel van den Generalen Staf. (Kam pen, Laurens van Hulst. Juni 1901). Deze toespraak tot al de reünisten, oud- en tegenwoordige leerlingen van dat korps zal menig hart, zoowel van meer bejaarde als van jeugdige aanwe zigen sneller hebben doen kloppen. Het geheel tintelt van geest drift en den tegenwoordigen leerlingen wordt er op gewezen hoeveel goede, ja eminente leden van de militaire maatschappij, bij het Instructie-bataljon hunne eerste opleiding hebben geno ten. Het voorbeeld van die menschen na te streven, dat wordt- hen dringend op het hart gedrukt. Bij de bespreking van de geschiedenis van het Instructie bataljon toont spreker duidelijk aan, hoe groot de voordeelen zijn van eene militaire opleiding van het kader op ééne plaats

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 493