BEGROOTIXG VAX XEDERLAXDSCH-IXDIË VOOR IIET DIEXSTJAAR 1902. KONINKLIJKE BOODSCHAP. Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Mijne Heeren! Wij bieden U hiernevens ter overweging aan vier ontwerpen van wet ♦ot vaststelling der begrooting van Nederlandsch-Indië, voor het dienst jaar 1902. De toelichtende memorie (en bijlagen), die de wetsontwerpen vergezelt, bevat de gronden waarop zij rusten. En hiermede, Mijne heeren, bevelen Wij U in Godes heilige bescherming. 's Gravenhage, den 17den September 1901. WlLHELMINA. ONTWERP VAN WET. (Hoofdstok I. Uitgaven in Nederland.) Wij WlLHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz., Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat, volgens artikel 2 dei- wet tot regeling van de wijze van beheer en verantwoording der geld middelen van Nederlandsch-Indië Staatsblad 1895 no. 145), de begrooting van Nederlandsch-Indië jaarlijks bij afzonderlijke wet of wetten moet worden vastgesteld; Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1. Het 1ste hoofdstuk der begrooting van uitgaven van Nederlandscli-Indië voor het dienstjaar 1902, betreffende de uitgaven in Nederlandwordt vastgesteld als volgt:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 508