497 noodig zal zijn, maakt in Indië nog een punt van onderzoek uit. Zeker is het reeds, dat het wapen der artillerie gereorganiseerd en beter bewapend dient te worden. Yoor de mobiele artillerie, de veld- en bergbatterijen, is reeds een reorganisatieplan uitgewerkt, dat een jaarlijksche vermeer dering van uitgaven zal vorderen van omstreeks 200 000, terwijl bo vendien tot. versterking van trek- en draagkracht bij de batterijen, d. i. tot aanschaffing van paarden en muilezels, een uitgaaf in ééns zal worden gevorderd van 58 120, en voor uitbreiding van logies 17 500 zal noodig zijn. De Gouverneur-Generaal gaf intusschen als zijne meening te kennen, dat eene nog in studie zijnde geheele reorganisatie van het wapen der artillerie, door inkrimping van het personeel en materieel, dat thans in de buitenbezittingen garnizoen houdt, naar het zich laat aanzien, nog zal kunnen leiden tot bezuiniging op de thans voor het wapen gevorderde uitgaven; die bezuiniging zal dan eventueel in mindering strekken van de straks vermelde hoogere uitgaven. Onder deze omstandigheden is de ondergeteekende nog niet in staat om een overzicht te geven van hetgeen gevorderd zal worden om de Indische artillerie geheel op de hoogte van haren tijd te brengen. Maar dit mag hem niet weêrhouden om voort te gaan op den ingeslagen weg tot ver betering. Door de begrooting van het loopende jaar daartoe in staat gesteld, heeft zijn ambtsvoorganger zorg gedragen, dat nog in den loop van 1901 twee compleete mobiele batterijen snelvuurgeschut ééne veld- en ééne berg- batterij zullen worden uitgezonden. Zoodra in Indië een definitief oor deel over dat geschut kan worden uitgesproken, zal met de verwapening der mobiele artillerie moeten worden voortgegaan, en de ondergeteekende heeft daarom in de reeds hooger vermelde onderafdeeling 53 van hoofd stuk I mede opgenomen een bedrag van f 200 000 tot voortzetting van de bestelling van mobiel snelvuurgeschut, met de daarvoor benoodigde munitie. Zal men van het aldus uit te zenden materieel zoodra mogelijk, het gewenschte gebruik kunnen maken, dan dient inmiddels in Indië de re organisatie der batterijen ter hand genomen te kunnen worden, en ten einde de Indische regeering daartoe in staat te stellen, is in het Ilde hoofdstuk (onderafdeeling 102, è1) een bedrag van 17 500 uitgetrokken voor de uit breiding der ruimte van kazerneering en stalling. Door te gelijker tijd in onderafdeeling 96a eene som van 90 000 uit te trekken voor reorganisatie der veld- en bergbatterijen zal het legerbestuur tevens in staat gesteld worden om de meer benoodigde trek- en lastdieren aan te schaffen en gedurende een gedeelte van het jaar te onderhouden met het personeel, dat onmisbaar is om dit te verzorgen en daarover toezicht te houden. Ook het wapen der genie eischt, vooral met het oog op de taak die het bij eventueele mobilisatie wacht, dringend versterking. Het is geheel in strijd met de eischen der hedendaagsche oorlogsvoe ring, dat niet aan een afzonderlijk onderdeel der genietroepen de zorg voor het militaire telegraafwezen is opgedragen en daarbij geen afzonderlijk personeel is aangewezen voor spoorwegbouw en spoorwegvernieling. Deze leemte in de organisatie onzer levende strijdkrachten zou in ernstige oogenblikken zeer noodlottige gevolgen kunnen hebben, en het is daarom zaak hierin spoedig te voorzien. Dl. II, 1901. 33

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 515