41 Yoor 1 sectie van drie mitrailleurs per regiment infanterie, waarbij 18/20000 patronen, wordt noodig geacht: 1 luitenant, 1 sergeant, 8 korporaals, 10 soldaten (waarvan 9 man bediening, 1 ordonnans) 6 draagpaarden, 2 rijwielen. 3'. Voorstel van den le luitenant Christl. Bij 1 sectie mitrailleurs bestaande uit 2 stukken en 12000 pa tronen zijn noodig 1 luitenant en 10 man. 4'. Voorstel van den le luitenant A. von Geusau. Bij 1 sectie mitrailleurs bestaande uit 2 groepen, elk a 2 stuk ken en 26000 patronen, worden noodig geoordeeld1 luitenant, 2 onderofficieren, 4 korporaals, 1 trompetter (ordonnans) en 13 man. Naar vermeend wordt, zullen onze sectiën bataljonsmitrailleurs verdeeld moeten worden als volgt: A. bij de gevechtslinie: 4 mitrailleurs, 14250 patronen. B. bij den gevechtstrein 1 reserve mitrailleur, 12000 patronen, 2 rijpaarden (comman dant en trompetter), 6 trekpaarden met 3 voertuigen. Aan personeel is noodig A. in de gevechtsliniede commandant (1).1 luitenant. 1 trompetter1 inl. mind. 2 groepscommandanten2 Eur. sergnt. 4 richters4 Korpr. 4 patronentoevoerders4 fusel. B. tusschen de gevechtslinie en den gevechtstrein: 8 fuseliers om de patronen te brengen van den gevechtstrein naar de gevechtslinie. 8 inl. fusel. toezichthoudend personeel1 Eur. korpr. C. bij den gevechtstreinde commandant, tevens plaatsvervangend sectiecommandant. 1 Eur. sergnt. de geweermaker1 Eur. korpr. de richter van den 5en. mitrailleur tevens reserve-richter1 Eur. korpr. de reserve patronentoevoerder 1 Eur. fusel. geleiders der voertuigen3 inl. fusel. (2) reserve munitie-aandragers3 inl. fusel. 1) De commandant moet taktiscli goed onderlegd zijn, een goeden terreinblik hebben en volkomen bekend zijn met de eigen aai digheden van het wapen. 2) Bij de sectie op draagpaarden zijn 18 inlandsche fuseliers geleiders méér noodig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 53