42
of totaal: 1 luitenant, 3 Europeesche sergeanten, 7 Europee-
sche korporaals, 5 Europeesche fuseliers, 14 inlanclsche fuseliers
en een inlandsch trompetter.
Wat betreft de cavaleriemitrailleurs
A. in de gevechtslinie: 2 mitrailleurs, 9000 patronen.
B. bij den gevechtstrein9000 patronen, 7 paarden (comdnt.,
trompetter, plaatsvervangend comdnt., voertuigen) 6 rijwielen
(tandems), 2 voertuigen.
Aan personeel is noodig
A. in de gevechtsliniede commandant. 1 luitenant.
1 trompetter1 inl. mind.
2 richters2 Eur. korpr.
2 patronentoevoerders2 fusel.
B. tusschen de gevechtslinie en den gevechtstrein:
4 fuseliers om de patronen te brengen van
den gevechtstrein naar de gevechtslinie. 4 inl. fusel.
C. bij den gevechtstreinde commandant tevens
plaatsvervangend sectiecommandant. 1 Eur. sergt.
de geweermaker (tevens reserve-richter). 1 Eur. korpr.
1 reserve-richter (patronentoevoerder). 1 Eur. fusel.
geleiders karren2 inl. fusel.
paardenhouders tevens reserve. 2 inl. fusel.
of totaal: 1 luitenant, 1 Eur. sergeant, 3 Eur. korporaals, 3 Eur.
fuseliers, 8 inl. fuseliers en 1 inl. trompetter.
Omtrent de brigademitrailleurs is van toepassing wat vermeld
is bij de bataljonsmitrailleurs.
De marschvorm der mitrailleurs zou in beginsel kunnen zijn
als voor de Berg-artillerie is voorgeschreven. Kunnen de voer
tuigen den troep niet meer volgen wegens de gesteldheid van
het terrein, dan maakt de sectie den weg vrij, houdt halt, spant
af, tuigt de 6 trekpaarden op als draagpaarden, laadt op 4 draag-
paarden 4 mitrailleurs en op 2 draagpaarden elk 2250 patro
nen, terwijl het overig personeel per man belast wordt met het
vervoer van 750 patronen, nadat voldoend personeel voor toe
zicht bij de karren is achtergebleven. Is de sectie in stelling
gekomen, dan blijft het in de vuurlinie benoodigde personeel bij
de mitrailleurs, terwijl de overigen met 2 draagpaarden terug