dagen.
730 a
365
365
365
365
2,
1,05.
1,40.
0,65
0,65.
f 1
460,—
383,25
511,
237,25
237,25
1,40.
1,05.
0,65.
0,66.
0,65.
0,45.
0,65.
0,45.
0,45.
0,41.
0,41.
3
19
13
2
730,
577,—
162,50
523,25
409,
474,50
657,—
237,25
328,50
227,
357,95
897 90
572
<D
O
r3
s-
<D
T3
fl
O
BENAMING DER ONDERWERPEN VAN UITGAAF.
Komt bij: wegens hooger traktement voor
de oudste helft der ritmeesters en eerste-
luitenants
3 600
Soldijen
Europeanen
daags.
2 adjudant-onderofficieren,
1 staffourier,
1 staftrompetter,
I 1 korporaal-kleermaker,
1 B schoenmaker,
1 adjudant-onderofficier of
opperwacht-meester (in
structeur), 365
7 opperwachtmeesters, 2 555
50 wachtmeesters en fouriers, 18 250
57 korporaals, 20 805
trompetters, 3 650
2 hoefsmeden (korp.), 730.
4 id. (caval. lste kl.), 1460
1 zadelmaker (korp.), 365
j 2 zad. (caval. lste kl.), 730
44 cavaleristen lste klasse, 16 060
263 2de 95 995
Verhoogde sol. aan 6 hoefsm. 2 190
2,—
f 91 410,60
Inlanders
dagen.
daags
1 wachtmeester
(onder-instructeur), 365 a f
0,80.
f 292,
13 wachtmeesters, 4 745
0,80.
3 796,
35 korporaals, 12 775
0,55.
7 026,25
11 trompetters, 4 015
0,37.
1 485,55
1 zadelmakers
1 (korporaal), 365
0,55.
200,75
j 2 zadelmakers (cavalerist
lste klasse) 730 B
0,33.
240,90
Gekaamd
voor
1902.
f 94 800
