48 pagnie, groep) gezorgd moet worden, in beginsel op de volgen de wijze. Eenig inlandsch personeel wordt opgeleid voor de taak opge dragen aan de Europeesche fuseliers. De Europeesche fuseliers worden opgeleid voor korporaal-rich ter en een van hen voor korporaal-geweermaker. De Europeesche korporaals worden opgeleid voor groepscommandanten, enz. 13. Mocht het terrein niet toelaten, dat de sectie mitrailleurs A het bataljon verder volgt, dan maakt de sectie den weg vrij, spant de trekpaarden af, tuigt die op als draagpaarden, laadt 4 mitrailleurs op 4 draagpaarden en op 2 draagpaarden elk 1800 patronen, terwijl het overige personeel per man een kist met 750 patronen draagt, nadat voldoend personeel voor toezicht bij de voertuigen is achter gelaten. Is de sectie daarna in stelling gekomen, dan gaat het niet in de vuurlinie benoodigde personeel terug met 2 draagpaarden om den 5den mitrailleur en verdere munitie te halen. 14. Voor het in stelling komen wordt de sectie gedekt (zoo mogelijk steeds gezichtsdekking) opgesteld de mitrailleurs wor den op drievoet met handen in stelling gedragen. 15. Bij het in stelling komen gaat de sectiecommandant vooruit om de stelling te verkennen, de groepscommandanten bepalen voor eiken mitrailleur de plaats van opstellingde afstand tusschen de mitrailleurs mag niet minder dan 6 M. bedragen. Elke mitrailleur wordt in de stelling tot vuren gereed gemaakt door den korporaal-richter, 1 Europeesch en 1 inlandsch fuse lier patronendrager, terwijl de 2de inlandsche fuselier patronen- drager een kist met 750 patronen aanbrengt. Is de mitrailleur opgesteld dan dragen de beide inlandsche fuse liers verder de munitie aan, terwijl de korporaal-richter en de Europeesche fuselier munitietoevoerder bij het stuk blijven. Het brengen van het stuk uit de stelling geschiedt op gelijke wijze, de mitrailleur wordt het eerst weggevoerd. Voor de bij de cavalerie (c.q. brigade) ingedeelde mitrail leurs geldt in beginsel hetgeen bepaald werd onder punt 13, 14 en 15. 16. Tijdens het vuren stellen allen zich zoo gedekt mogelijk op, voor den gevechtstrein wordt steeds gezichtsdekking gezocht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 60