- 49 17. Bij voorkeur wordt de sectie (compagnie) niet gesplitst, het gebruik van 1 mitrailleur is uitzondering. 18. Bij de bataljonsmitrailleurs is de commandant belast met de vuurleiding (doel), de groepscommandanten bepalen het vizier en de vuursoort, bij de eskadronsmitrailleurs is dit alles de taak van den commandant. 19. Men kent langzaam-, levendig- en snelvuur. Bij het in schieten (met één mitrailleur) wordt na elke 5 schoten gecor rigeerd. Bij elke groep vuren de mitrailleurs afwisselend, bij langzaam vuur na 60 schoten, bij levendig vuur na 120 schoten terwijl een mitrailleur vuurt, wordt de andere nagezien. Bij snelvuur kunnen beide mitrailleurs van de groep tegelijk vuren. 20. Het uitrusten der sectie (groep) met een afstandmeter is gewenscht. 21. De gunstigste afstanden om te vuren zijn van 6001500 M. J. C. van den Belt. Dl. II 1901. 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 61