53
Bij de kanonnen, waar de lading in eene metalen huls is be
sloten, vervalt de gasafsluiter, maar in het sluitstuk is eene zelf-
span-, schok- en uitwerpinrichting aangebracht. Bij de overige
kanonnen is de plastische gasafsluiter-de Bange in gebruik en
is het sluitstuk zoowel voor ontsteking door electriciteit als door
een schokpijpje ingericht. Voorts zijn de noodige pallen en vei
ligheidstoestellen aanwezig.
Het openen en sluiten geschiedt bij de kalibers van 30.5, 23.4
en 19 c.M. door aan een handwiel te draaien, bij de kalibers
wan 15 c.M., en lager door eene kruk naar zich toe te trekken
of van zich af te duwen. Hierdoor wordt de scharnierbout aan
het draaien gebracht; een stelsel van rondsels en hefboomen
brengt deze draaiende beweging over op de sluitschroef, welke
alzoo losgedraaid wordt, waarop het scharnierstuk met den schar
nierbout meedraait, de sluitschroef uit het laadgat verwijdert
en geheel zijwaarts van het achterstuk terecht komt. Het slui
ten geschiedt in omgekeerde volgorde.
Alle onderdeelen zijn van staal; hun aantal is zoo gering moge
lijk. Het geheel munt uit door eenvoud, stevigheid en gemak
kelijke behandeling.
Veldaffuit voor een snelvuurkanon van 76,2 m.M. (systeem Dar-
mancier-Dalzon).
De affuit bestaat in hoofdzaak uit het affuitlijf, de bovenaf-
fuit, de hydraulische rem, de raden en de as.
De wijze van plaatsing van den remtoestel, kenmerkend voor
deze affuit, herinnert aan de reminrichting van de affuit voor
•den stalen houwitser van 12 c.M. der N. I. artillerie De
remtoestel bevindt zich onder het affuitlijf en reikt van het staart-
beslag tot den kop der affuit, aan de onderzijde waarvan het
vrije uiteinde der zuigerstang is verbonden. Zuigerstang en rem
cylinder zijn evenwijdig aan de onderzijde van het affuitlijfde
bodem van den remcylinder is voorzien van eene spoor. Om de
zuigerstang is, tusschen het andere, dus bovenste uiteinde van
-den remcylinder en eene kraag op die stang, eene sterke spiraal-
weer gelegd, welke als „récupérateur" dienst doet.
Gaat nu het schot af, dan loopt de geheele affuit terug en
(1) Zie I. M. T. 1899. I. blz. 1010.