641 bandelen en wetende wat plichtbesef is, zullen ze bij het in- landsch bestuur zonder twijfel een goed figuur maken. Aan zulke individuen bestaat nog gebrek en met recht zou hun intrede in het ambtenaarscorps in het belang van den -dienst moeten worden toegejuicht. Desniettemin bestaan daartegen bezwaren, die, hoewel niet onoverkomelijk, bekendgesteld dienen te worden. In de eerste plaats ben ik het volkomen eens met den heer Nijpels 1), dat het aantal passende betrekkingen door hen te -aanvaarden, niet ruim genoeg is, vooral na de reorganisatie, waardoor het, jammer genoeg, aanmerkelijk verminderd is. Voorts mag het niet vergeten worden, dat niet al die per sonen geschikt zouden zijn of liefde genoeg gevoelen voor hun nieuwe betrekking, waardoor vaak moeilijkheden of minder gewenschte verhoudingen geboren zouden kunnen worden. Ge steld nu, dat een gewezen officier van onbesproken gedrag en zeer goed verleden, die zijn sporen in den militairen dienst verdiend heeft, kort 11a zijn overgang in het burgerlijke blijken geeft van niet berekend te zijn voor zijne nieuwe taak, hoe dan met hem te handelen? Natuurlijk eerst aanzien of hij van lieverlede niet in zijn voordeel veranderen zal. Maar hoe dan als zulks niet geschiedt? Altijd door consideratie nemen, de ■dienst lijdt er onder. Hem er uit zetten, het maakt een slechten indruk en bovendien het is zoo goed als dupeeren, omdat het niet van hem afgehangen heeft om in dien tak van dienst over te gaan. Evenwel laten zich naar mijn bescheiden meening bovenver melde bezwaren uit den weg ruimen door eene regeling, dat de keuze van den nieuwen diensttak aan de betrokken personen overgelaten en het overgaan facultatief gesteld wordt. Zij, die bij het burgerlijke niet wenschen over te gaan en op wier behoud in den militairen dienst weinig prijs gesteld wordt, kunnen pensioen krijgen. Yan de diensten der gepensionneerden kan immers nog steeds geprofiteerd worden, hetzij in tijden van «panning, hetzij in het belang van de werving, hetzij voor andere doeleinden op voordracht van het bestuur vooral nu 1) Indisch Militair Tijdschrift Mei 1901 blz. 393.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 661