642 ten gevolge van de reorganisatie het aantal voorname inl. amb tenaren beneden den rang van den Regent verminderd is hetzij anderszins. Ten slotte mag ik niet ontveinzen, dat eene gelijkstelling met Europeanen, hoe goed deze ook moge zijn voor de inl. of ficieren zoolang ze in militairen dienst zijn, na hun overgang bij het bestuur aanleiding zou kunnen geven tot scheeve ver houdingen, ten ware aan al de andere inl. ambtenaren hetzelfde voorrecht toegekend werde. In de hoop met de mededeeling van mijn gevoelen, als bo venvermeld, aan Uw verlangen te hebben voldaan, noem ik mij na aanbieding der verzekering mijner hoogachting. Uw HEdelGestr. Dienstw. Dienaar (w.g.) Hadi Ningrat. Ten aanzien van dezen zeker hoogst belangrijken brief zij het mij veroorloofd alléén op te merken, dat ik de beschouwingen van den schrijver, ook in zoover deze van mijne denkbeelden schijnen af te wijken, geheel deel. Het is nimmer mijne be doeling geweest, eene regeling aan te bevelen, volgens welke inlandsche officieren tot civiele ambten zouden kunnen worden geroepen, welke zij niet begeeren. In het belang van het leger,, vooral voor eene goede leger-reserve of voor ongeregelde bij uitstek voor den kleinen-oorlog geschikte inlandsche troepen zijn zeker zeer vele gewezen inlandsche officieren werkzaam te stellen ik ben dit met den Regent geheel eens. De pensioe nen, dezen toe te kennen, zullen zeker niet slecht besteed zijn., Atjeh, October 1901.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 662