654
de financieële toestand van dit gesticht meer dan treurig is, en
dat vele kinderen van verzorging en opvoeding verstoken moeten
blijven. Reeds in de zitting van 25 November 1898 wees het
kamerlid Pijnacker Hordijk op de te kleine subsidie's. Een
geldloterij heeft in staat moeten stellen een nieuw gebouw te
kunnen betrekken, wat dringend noodig was daar het oude
gesticht reeds lang geïnfecteerd was door malaria en beri-beri.
Wij geven toe, dat het in strijd is met de opvattingen eener
gezonde sociale politiek om den staat verantwoordelijk te stellen
voor de verzorging en opvoeding van alle ouderlooze of verlaten
kinderen; zij moet dit, ten minste grootendeels, overlaten aan
particuliere liefdadige instellingen. Maar deze opvatting ook ten
aanzien van de militaire weezen te huldigen, hiertegen moeten
we ons verzetten. Men heffe het kazerne-concubinaat op en
aanvaarde de geldelijke consequenties die deze maatregel zou
blijken met zich mede te brengen, of men late het bestaan,
maar stelle zich verantwoordelijk voor het geslacht dat alsdan
ter wereld komt.
En ook voor de Indo-maatschappij is het noodzakelijk, dat de
regeering zich het lot der ouderlooze of verlaten militaire wee
zen aantrekt.
Het is maar al te waar dat Indië, evenals Europa, staat in de
schaduw van sociaal-economische misstanden. In het moeder
land zint men daarom op middelen om tot verbetering te gera
ken door te trachten wetten in het leven te roepen ten einde
den druk waaronder de lagere klassen der bevolking gebukt
gaan, eenigszins te verlichten. Voor Indië blijft men vrijwel
werkeloos en de toeneming van het pauperisme onder de Indo-
Europeesche bevolking wordt met kalme berusting aanschouwd 1).
En nu juist de omstandigheid bestaat, dat de onverzorgd ach
tergebleven kinderen der Europeesche mindere militairen een
belangrijk deel vormen van hen, die dat pauperisme voeden, zou
1) De onlangs verschenen circulaire aan de hoofden van gewestelijk bestuur met op
dracht om statistische gegevens te verzamelen ten einde den omvang van het rauperisme
te leeren kennen, toont slechts dat men uit den dommel begint te ontwaken.
Met erkentelijkheid maken we melding van de pogingen van den heer J. van der Steur
om het lot der ouderlooze en verlaten militaire weezen te verzachten, en hen op te leiden
tot nuttige leden van de maatschappij. Zijne godsdienstige overtuiging daargelaten, valt
er van dezen philantroop veel te leeren