663 ik hier aanteekenen, dat die kruinen of wrongen ook worden .aangeduid met het zelfde poesar. Dit woord is mede in gebruik hij de Atjehers. In K.F.H. van Langen's woordenboek is te lezenpoesarin de rondte draaien, malenpoesar oelée, de spiraalvormige draaiing der haren op de kruin van het hoofd. Bij dieren zijn het de kenteekenen, waar aan men ze herkent". Indien de Atjehers met poesar inderdaad in het algemeen kenteekenen der dieren dus niet alleen die wel ke gevormd worden door de haarwervels aanduiden, zoo behoeft zulks geen groote verwondering te wekken. Aanstonds zullen we zien, dat de Javanen een afleiding van een woord dat „paard" beteekent, wel bezigen voor de teekenen op katten, duiven, vechthanen. Het Minangkabausch heeft eveneens poesarof juister poesa; zoo toch is de uitspraak, de sluiter wordt alleen in het geschre ven woord gebruikt. De heer J. L. van der Toorn geeft in zijn Minangkabausch-Ned. woordenboek onderstaande aanteekening poesa, poesa-poesa kruin; kruinvormig teeken op het lichaan; randah poesa-poesa laag van kruin; fig. voor: een onbeduidende persoon, iemand die niet van tel is, die geminacht wordt; ba- poesa-poesa di lamboedng een kruin in de maag hebben, d. i. een veelvraat zijn." Ten opzichte van de laatste verklaring schijnt mij de vraag, of niet eerder bedoeld zal zijn „een kolk in de maag hebben" niet geheel overbodig. Doch in elk geval is uit de verklaring van den heer van der Toorn de gevolgtrek king te maken, dat de plaats eener poesa invloed heeft op aard of eigenschappen van het individu zoodat vastgesteld kan wor den, dat het bijgeloof omtrent de haarwervels aan de Minang- kabauwers niet vreemd is. De tusschen dit volk en de Atjehers wonende Bataks hebben ook een met het Mal. poesar verwant woord, n. 1. poesor, draaikolk, poe- soranhaarkring bij beesten of menschenof ook een kring van strepen op de huid, als b. v. onder den duim wel eens gezien wordt (Bataksch-Nederduitsch woordenboek, van H. N. van der Tuuk). In het zoogen. Bataviasch Maleisch bezigt men het bekende oesër-oesëranoverigens raakt men op Java het in den aanvang genoemde woord in deze beteekenis kwijt; echter zoo althans schijnt het mij toe om het elders weer terug te vinden. De

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 683