666 'Daarentegen laten bawa en niat zich niet rijmen. Daar vele ■dezer namen uit ouden tijd afkomstig zijn, is het terrein waar men in de eerste plaats gaat zoeken om tot eene verklaring te komen, het oud-Javaansch. Slaat men Winter's kawi-Javaansch woordenboek op bij bawadan vindt men vele beteekenissen o.a. moekti (zie boven). Moeten we dus vertalengelukkig is het zijn last te vermeerderen? Een andere beteekenis van kawi bawa is piyambak kasardéwé alleen, eigen, zelf, van zelf; zoodat we ook als verklaring kunnen geven„hij neemt van zelf meer op zich, doet uit zich zelf meer dan (gevergd wordt." Onmogelijk is het echter niet, dat njara een schrijffout is voor njarah krama inggil'ndèrèk zich geheel voegen naar iemands wil. Zoo voortgaande, zouden nog tal van onderstel lingen aan het oordeel der lezers te onderwerpen zijn. Men moet over meer hulpmiddelen en in de eerste plaats over meer kennis kunnen beschikken dan ik, om in deze met eenige ze kerheid te kunnen aangeven, welke de juiste beteekenis is. Nog een enkele aanteekening op de namen isnoodig. Ik citeer uit B: „Deze teekens worden voornamelijk aangegeven door de haarwrongetjes, die aan het lichaam van het paard waargenomen worden en in oenjöngan's en mati's onderscheiden worden. De mati's zijn bepaaldelijk de haarwrongetjes, die ter hoogte en links en rechts van de ooren van het paard gevonden worden; alle overige haarwrongetjes heeten oenjëngan's 1). Zooals wij .zooeven gezien hebben, bestaan bij het paard slechts twee mati's de aanwezigheid van beiden, mati pépaq, of de geheele afwezigheid daarvan, mati soewoeng, wordt als een goed teeken beschouwd." Deze mededeeling, welke wij aan den heer Mayer danken, strijdt met hetgeen boven over de namen in het algemeen is vermeld. Zij wordt bevestigd in C, in zooverre dat mati (C schrijft mathi) daar als eigennaam wordt opgevat en toegekend aan 'teekenen vlak bij de ooren, bedekt door den maanvlok over het voorhoofd. Het ontbreken der mati's acht C echter een ongunstig teekenalthans, degene die op een paard zonder mati's uitrijdt, loopt veel kans nooit meer thuis te zullen komen. 1 De verklaring van het woord mati onder op bladz. 114 van het door A. C. Yreede bewerkte en in 1886 opnieuw uitgegeven Jav.-Holl.-woordenboek van T. Roorda ia niet geheel juist."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 686