668 ngan's aan de wortels der ooren. Ongunstig. B. I)andang-soe- woengeen oenjéngan aan den wortel van één der ooren; C- Dandang soesoewengoenjëngan's op het onderste gedeelte van het oor. Ongunstig. 3. B. en C. Dewa mlajang 1), lett. zwevende godheid. Schim mel met een oenjéngan op het rechteroor (B. midden op de buitenvlakte); volgens C. bovendien met lange staart. Ze er- gunstig. 4. B. en C. Pagaslett. afgehouwen, doorgehakt (C. vertaalt met goendoel kaal). B. Oenjëngan's midden op de binnenvlakte der oorenC. op de punt van het rechteroor. Ongunstig. 5. B. en C. Satria soemping. B. Een oenjéngan aan den top van één of van beide ooren; C. oesëran's op beide ooren. Gunstig. (Let op de tegenstrijdigheid in 4 C. en 5 B.) 6. B. en C. 8onja-'ntakaSlechts één mati (zie boven). O n g u ns t i g. 7. A. en C. Satria manaklett. boogschietende edelman. Naar A meldt, en dit is geheel overeenkomstig de opgave in C, volgens Wilkens: „als een paard zijn mati's in orde en com pleet heeft, en achter die mati's oenjëng-oenjëngan's heeft, de rechter eenigszins naar achteren, en de linker eenigszins naar voren, dan is dat paard uitmuntend voor den oorlog. Volgens Prof. Veth: „Naam van een haarkronkel aan de rechterzijde van den hals van een paard, die als een goed teeken wordt aangemerkt." Gunstig. 8. A. en C. Satria kapanahlett. door een pijlschot getroffen edel man. Idem als boven, volgens Wilkens en C.: „Bij deze mati zit de linker oenjëng-oenjëngan eenigszins naar achteren en de rechter eenigszins naar voren. Dit teeken zal den berijder in den oorlog ongeluk aanbrengen". Volgens Veth: „naam van een haarkronkel aan de linkerzijde van den hals, die als een slecht teeken geldt." Ongunstig. 9. B. en C. Tradjoe-maslett. gouden weegschaal. Drie oenjë ngan's hoog op het voorhoofd, B. onder elkanderC. sapérti tim- bangan mas. Gunstig. 10 B. Djaga moengsoeC. Djaga sateroelett. wacht (waakt) tegen den vijand moengsoe lands satroe persoonlijke vijand). 1) C. heeft ngelajanq. De/e spelling lijkt mij beter, vergelijk bijv. nglavgizwemmen, van latigi. Op dergelijke kleine afwijkingen wordt in 't vervolg niet gewezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 688