678
dieren, kinderen en vrouwen; wierpen de lijken in de grachten,
waar zij rotten, verwekten daardoor een ondragelijke lucht en
ziekten in de door die grachten omgeven plaats en dwongen op
deze wijze tot de overgave.
Zij beproefden het ook bij Hippona. Spoedig brak de pest uit
en de inwoners konden nauwelijks meer ademhalen. Yelen
stierven aan de ziekte en de overlevenden zwierven radeloos en
vertwijfeld in de straten rond. Toen kwam de oude hopman
te hulp. Hij zocht zijne dochter in het klooster op en beiden
gingen geheimzinnig en ijverig aan den arbeid. Na eenige da
gen werden uit hun werkplaats groote vaten naar de wallen
gebracht, met wier beveiliging en opstelling hopman Alysius
bezig was, toen een pijl hem in de borst trof en doodde. Al
leen Barbara kende het geheim van haar vaderalleen zij kon
de stad redden.
Onmiddellijk verscheen zij op de wallen en nam de leiding
op zich.
De daarheen vervoerde vaten werden geopend en de inhoud
rondom de stad in de grachten gestrooid en toen in brand ge
stoken. Onmiddellijk daarop was Hippona in rook en vlammen
gehuld. Toen gene was opgetrokken en de vlam verdwenen,
was de lucht gezuiverd, en zagen de lijken er zwart uit; zij
waren verkoold.
De Vandalen moesten nu een geregeld beleg om de stad slaan
en deden dit dan ook volgens de regelen der toenmalige krijgs
kunst. Wederom was het Barbara, die de daartegen te nemen
maatregelen beraamde. Zij was de ziel der verdediging. Met
Indisch vuur verlichtte zij des nachts het voorterrein om de
pogingen tot eene beklimming der muren tegen te gaan en des
daags liet zij brandpijlen en gloeiende kogels op de aanvallers
slingeren. Maar honger en ziekte zegevierden ten slotte over
den moed en de volharding der inwoners. Op 24 Augustus 431
opende Hippona na eene insluiting van 14 maanden de poorten.
Niettegenstaande hunne beloften begonnen de Vandalen on
middellijk te plunderen, te moorden en te branden.
Barbara was met eenige andere jonge christinnen in haar
klooster gevlucht, waarvoor de vijandelijke soldaten spoedig ver
schenen en er toegang verlangden. Toen dit geweigerd werd