682 •eventualiteiten gewapend te zijn, zich veel in het lezen van handschriften moeten oefenen. Levert geschreven schrift in Latijnsche karakters dikwijls al moeilijkheden op, te meer moet dat gezegd worden van het Arabisch-Maleische schriftDit zal wel niemand ontkennen. Schrijver was in het bezit van een drieendertigtal facsimilé's van Maleische handschriften, brieven met transcriptie in Latijnsche karakters, welke niet in den handel zijn doch hem evenals zijn medeleerlingen indertijd waren geschonken door Professor J. R. P. F. Gonggrijp, Hoog leeraar aan de sedert vervallen Indische instelling te Delft en belast met de Maleische lessen voor de officieren van het Indische leger, gedetacheerd aan de Hoogere Krijgsschool te 's Gravenhage. Verder werden door hem nog een dertigtal handschriften bestudeerd, behoorende tot de tweede en derde verzameling der „Leesoefeningen ten dienste van het Onderwijs," welke bij Kolff Co., Visser Co. alhier verkrijgbaar zijn. Het met de examinatoren in de Maleische taal gevoerde onder houd begon met een vraag omtrent „Toekoe Oemar"vervolgens werden eenige vragen betreffende onze indertijd in Atjeh ingerichte geconcentreerde stelling gedaan, waarna het gesprek liep over de „beri-beri", en eindigde met een verhaal omtrent eenige episoden uit de Pedir-expeditie in 1898. Uit den aard der zaak zullen de mondeling aan de examinandi gestelde vragen niet ■dezelfde zijn geweest. Zoo vernam schrijver, dat door de exami natoren als onderwerpen van gesprek ook werden genomen „de Zuid-Afrikaansche oorlog" en „de Chineesche oorlog". Omtrent de juistheid van deze mededeelingen kan natuurlijk niet door hem worden ingestaan 1). Het examen in de Javaansche taal werd in denzelfden geest afgenomen als dat in de Maleische. Ook hier werd voor het opgegeven schriftelijk werk een drietal uren toegestaan. Om zich daarvan min of meer een denkbeeld te kunnen vormen zijn deze schriftelijke opgaven op bijlage B opgenomen. Het ter vertaling in het Javaansch bestemde stukje, moest (1) Aan een officier, die werkzaam was geweest bij de waarnemingen der zoneclips werd hieromtrent het een en ander gevraagd. Ook werden zelfs het anarchisme en meer dere sociale vraagstukken behandeld. De wjjze, waarop zulks plaats vond n. 1. pretender en vragenderwijze was volgens mij gedane verklaringen van deelnemers boven allen lof verheven. Redacteur.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 702