684 resp. in 1890 en 1898 toen hij, als verplegingsofficier, zich dik wijls bij de voor den transportdienst gebezigde dwangarbeiders moest verstaanbaar maken of onderhandelingen aanknoopen met inlandsche hoofden voor de levering van diverse benoodigdheden. Moge deze mededeeling eene aansporing zijn om zich op de kennis der inlandsche talen toe te leggen Zeker zijn de van landswege voor die kennis uitgeloofde pre- miën niet hoog te noemen, en zal het bedrag der geldelijke belooningen voor velen, zoo niet voor de meestenslechts eene te gemoetkoming zijn voor de kostendie men wil de studie in eenig opzicht vruchtdragend zijn daaraan moet besteden. Te meer, daar de benaming van gratificatiezooals men de premie genoemd heeft, oorzaak is, dat daarvan nog 6 °/0 voor het Mi litair Weduwen en Weezenfonds moet worden ingehouden 1). Laten wij echter over deze „belooning", welke feitelijk dus geen belooning kan zijn, doch slechts het karakter kan hebben van een tegemoetkoming, of eene schadeloosstelling voor de aan onze studiën te maken kosten voor lessen, aan te schaffen boeken, enz. heenstappen, en liever een belooning zien van onzen ar beid in het nut, dat wij later kunnen ondervinden van de kennis der taal van de volken, in wier midden wij geroepen zijn een groot zoo niet het grootste gedeelte van ons leven door te brengen. M. C. Boon, le Luit. Kwartiermr. N.B. Voor de bekendmaking der op de gehouden examens opgegeven schriftelijke vragen is door de betrokken commissie vergunning verleend. 1) Het wil voorkomen, dat dit bij de oorspronkelijke regeling door de ontwerpers over het hoofd is gezien. Het innen van die 6 heeft vermoedelijk niet in de bedoe ling gelegen en bet is te hopen, dat het legerbestuur een oplossing zal vinden om deze korting voor den vervolge niet meer op te leggen. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 704