686 in het Oosten. In ons koloniaal rijk is steeds de eene of andere expeditie te velde. Het komt mij daarom heter voor onze orga nisatie en tactiek passend te maken voor zulke oorlogen als wij normaal te voeren hebben, dan voor een abnormalen oorlog» waarin wij misschien eens of tweemaal in een jaar gewikkeld zullen zijn." Nu is het natuurlijk het best om een koloniaal leger voor beide geschikt te maken, doch waar wij in ons geval, een leger bezitten noch geschikt om tegen den inlandschen, noch om tegen den Europeeschen vijand op te treden, is het daar niet het ver standigst het minste te eischen en ons daarmede in het laatste geval te behelpen? Vooral is dit het geval waar de kans om in een offensieven buitenlandschen oorlog gewikkeld te worden voor ons leger nihil is, waar bij een defensieven krijg het hoofdwoord gesproken wordt door vloot en kustversterkingen, en last not least, waar wij voor ons leger van onze burgerchefs zelfs niet de hoogst noodige organisatie en formatie veranderingen kunnen verkrijgen. Zoo staat onze legerreserve 1) nog steeds in Nederland, en rekenen de Nederlandsche militaire woordvoerders zelfs op een optreden van dit corps in le linie van het Nederlandsche leger, zoo is ons leger onvoldoend geëncadreerd aan officieren, zoo ontbreken de, voor de hoogere troepenleiding zoo onmisbare hoogere troepenverbanden. Ik betreur het, dat Troepenofficier in zijn helder en doorwrocht artikel gemeend heeft de hoogere troepenverbanden buiten be spreking te moeten laten. Naast het ontbreken van eene reserve aan officieren is m. i. de grootste fout van onze organisatie het ontbreken van divisie en brigade (of regiments) verband. Het is dan ook in mijn oog eene onafwijsbare eisch, dat zoodra de taak van het veldleger in verband met het aangenomen stelsel van verdediging is geregeld, dat nu gezorgd worde, dat in oorlogstijd de verwarring vermeden wordt, die noodwendig ontstaan moet als men divisie-, brigade- en stellingcommandanten benevens hunne staven uit den troep moet plukken, een troep die toch reeds, arm aan officieren, op een zwaren proef wordt gesteld. 1) Schrijver kon er niet mede bekend zijn, dat men thans trachten zal ook een leger reserve in Indië te formeeren. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 710