688 De volgende cijfeis spreken: Bij de le Bonische expeditie stond het getal Eur. tot dat der inl. als 12, toch verloor men 255 Europeanen, 61 Amboin. en 135 inlanders. Bij de 2e Bon. exp. waren de verliezen: 63 Eur. tegen 22 inlanders. Bij de Lombok-expeditie: Gesneuveld: 96 Europeanen 34 Amboineezen 30 inlanders. Gewond 238 235 Overleden 175 33 38 Bij de 2e Atjeh-expeditie. Totaal overleden en gesneuveld: 700 Europeanen tegen 78 Afrik., 40 Amb., 206 inl. Yoor details zie Kielstra I blz. 377. Dit misbruik, te grooter naarmate de meer of mindere afschei ding van het Europeesche en Amboineesche element, zal kleiner worden naarmate de vereeniging en samensmelting der land aarden nauwer is doorgevoerd. Ik bedoel dus geen gemengde compagnieën, zooals bij de garnizoensbataljons bestaan, doch even als bij de bereden artillerie bij ieder stuk Europeanen en inlan ders zijn ingedeeld, zoo wil ik ook deze samensmelting tot in de onderofficiersafdeelingen toe. Een tweede en een zeer groot voordeel der gemengde com pagnieën treedt te voorschijn zoodra het tijdstip daar is, dat een Europeesche vijand Java's stranden betreedt. De Javaansche soldaten, nu onbruikbaar tegen een Europeeschen vijand, zullen dan blijken tegen de zware proef bestand te zijn. De Euro peanen en Amboineezen, die niet zijn aan te vullen, zoodra een vijand onze zeeën beheerscht, zullen minder merkbaar weg smelten, dan nu ze in compn. vereenigd zijn. Bij onze tegen woordige indeeling der landaarden zal men, in oorlog met een buitenlandschen vijand, er toch vroeg of laat toe moeten over gaan gemengde compagnieën te vormen, eensdeels gedwongen door onbruikbaarheid der inlandsche compagnieën, anderdeels door het steeds grooter wordend incompleet in de gelederen on zer Europeesche en Amboineesche troepen. En dan zoude het te laat zijn, en de grootste verwarring scheppen. Een derde voordeel is, dat de voorschriften uit ons Velddienst-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 712