- 698 Werd ons leger belangrijk uitgebreid en werd daardoor een nieuwe opleidingsschool noodzakelijk, dan zou het legerbelang, vei eenigd met het belang der ingezetenen misschien er toe kun nen leiden, dat die school in Indië werd opgericht. Maar zoolang de toestand blijft, zooals deze nu is, eischt het belang van het Indische leger, dat de gelden, voor die school benoodigd, voor an dere doeleinden worden gebruikt, die meer nuttig eifect opleveren. Nu uit het voorgaande n.m.m. is gebleken, dat het geen axioma is, dat het legerbelang de oprichting van een opleidingsschool ooi officieien in Indië eischt, heeft het verder geen nut na te gaan in hoeverre de belangen van de Indische ingezetenen dit eischen. Ik wil nu plotseling een grooten sprong doen en wel eenige oogenblikken spreken over de samenstelling van onze compag nieën en bataljons in verband met een stukje in een der plaat selijke bladen, waarin eene mogelijke wijziging van den bestaan- den toestand wordt geschilderd. Ik begin op den voorgrond te stellen, dat, zoowel Europeanen als inlanders in ons leger moeten voorkomen. Europeanen vor men zeer zeker een goed element in ons leger. Weinige geval len hebben zich gedurende al onze expeditiën voorgedaan, waar in geklaagd moest worden over hunne houding en zelden is het voorgekomen, dat zij zich en corps verzet hebben tegen het militair gezag. De geschiedenis vermeldt slechts de houding van de 4l compagnie 3e bataljon op Edi en de samenzwering van de Europeesche bezetting van Natal tot het afloopen van dien post (1828). Hoe bruikbaar dit element dus ook moge wezen, nimmer zal de werving tot zoodanige hoogte kunnen worden opgevoerd, dat ons leger geheel en al uit Europeanen zou kunnen bestaan. De aan vulling zou bovendien bij een oorlog met een buitenlandschen vijand niet verzekerd zijn, terwijl ook niet moet worden vergeten, dat dit element zeer duur is. Dit alles maakt, dat een gedeelte en nog wel een groot ge deelte van ons leger uit inlanders bestaat. Doch deze bezitten uit een militair oogpunt zeer zeker ook groote voordeelen. De gemakkelijke wijze, waarop zij zich in het terrein kunnen bewe.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 722