719 Door een der leden werd de meening geuit, dat bij het strafdetache- ment op zeer straffe wijze wordt gehandeld en dat daardoor veel wrevel wordt opgewekt. Naar aanleiding van de executie van den fuselier Cleveringa werd gevraagd, aan welk misdrijf hij zich schuldig heeft gemaakt en waarom hem geene gratie is verleend. Blijkens Bijlage E. van het Koloniaal Ver slag werden twee Europeesche militairen, die ter dood waren veroordeeld ter zake van feitelijke insubordinatie en moedwillige brandstichting, ge gratieerd. Indien de maatregelen tot beteugeling van het drankmisbruik in het leger, waarvan telken jare in de Koloniale Verslagen melding wordt ge maakt, doel treffen, zal het kunnen voorkomen, dat militaire cantines in geldelijke moeilijkheden geraken. Gevraagd werd, of de Regeering in zulk een geval bereid zou worden gevonden gelden op de begrooting te brengen ten einde die inrichtingen, welke in Indië voor den soldaat onmis baar zijn, te steunen. De wetenschap, dat in den strijd tegen het drank misbruik niet op daaruit voortvloeiende nadeelen voor de cantines behoeft te worden gelet, zal, naar men meende, het welslagen van dien strijd bevorderen. Voorts werd de wensch geuit, dat voor jeneverdrinkers in de cantines een afzonderlijk vertrek zou worden beschikbaar gesteld, waar geene gelegenheid tot zitten bestaat. Blijkens staat 16 van bijlage B van het Koloniaal Verslag is het aantal gedetineerden in de laatste jaren belangrjjk toegenomen. In verband hiermede werd aangedrongen op eene periodieke statistiek van het aantal gestraften wegens dronkenschap. Eenige leden verzochten, dat de Regeering zoo spoedig doenlijk eene opgave zou overleggen, waaruit blijkt, hoevele Europeesche onderofficieren en hoevele Europeesche minderen op een bepaalden datum in elk van de ver schillende garnizoenen met eene zoogenaamde huishoudster leefden hoevele Europeesche onderofficieren en minderen op dat oogenblik in elk garnizoen aanwezig waren 5 hoevele van de in concubinaat levende Europeesche militairen (onderofficieren en minderen afzonderlijk) speciale betrekkingen vervulden. Verder zou men tevens gaarne alles vermeld zien wat noodig is om zich een juist denkbeeld te vormen van den omvang van het con cubinaat en van den invloed, dien het op de validiteit van het leger uitoefent. Onderafdeeling 90. Enkele leden verklaarden zich tegen het doen zetelen van den chef van het wapen der cavalerie bij het departement. In de Memorie van Toelichting wordt hiervoor onder meer aangevoerd, dat blij- Dl. II, 1901. 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 743