66
bevestigd aan de bovenzijde van een cylindervormig bronzen ge
wicht, zoodanig, dat zij met elkaar een stompen hoek vormen, in
het hoekpunt waarvan dat gewicht vrij hangt in eene in de schroef-
tap van het lichaam der buis excentrisch uitgeboorde holte.
Zoodra nu het projectiel in beweging komt, zal het gewicht door
«ijne traagheid trachten achter te blijven, daardoor het hoekpunt
van den stompen hoek naar beneden trekken en dus de beenen
van dien hoek naar buiten drukken, waardoor de mesvormige
uiteinden hiervan in de wand van den hoed dringen. Daar het
gewicht in eene excentrische uitholling der schroeftap hangt,
wordt elke draaiende beweging van den hoed volkomen belet.
De percuteur vindt gedeeltelijk zijne ligplaats in de bovenzijde
van het bronzen gewicht en wel zoodanig, dat hij eerst vrij wordt,
wanneer dit gewicht door zijne traagheid achterblijft, zooals boven
is aangegeven. De beschreven kleminrichting verhindert dus
tevens elk ontbranden van de buis, zelfs wanneer onverhoopt
het brandgat onmiddellijk vlak vóór den percuteur mocht komen.
Gedurende het vervoer en het laden is dus, menschelijker wij ze
gesproken, elk gevaar buitengesloten.
Voor eenige gegevens omtrent kanonnen en affuiten wordt ver
wezen naar de bij dit artikel gevoegde bijlage.
C.