69 leer heeft men een vraagstuk voorgelegd, waarvan een goede oplos sing menigeen tot wanhoop brengen en ten slotte tot allerlei vreem- 4e uitkomsten en verwikkelingen leiden zal, als men zich althans aan een oplossing waagt De beoordeeling van qualiteit mag gerust een quaestie van smaak genoemd worden, welke zich moeilijk laat generaliseeren. Dat wij geene denkbeeldige bezwaren opwierpen, heeft de uitkomst bewezen; wij hielden, om zulks te kunnen nagaan, «deze aangelegenheid vijf maanden in portefeuille. Sedert werd in enkele hospitalen een staat samengesteld, welke aan duidelijkheid en volledigheid nog al te wenschen •overlaat, in andere, van die staten eenvoudig copie genomen en in enkele zelfs in het geheel niets gedaan, omdat men de zaak niet best begreep of wel niet behoorlijk uitvoerbaar achtte. En wat bovendien de qualiteits quaestie betreft, deze werd •■■eenvoudig opgelost door voor te schrijven, dat de gereed ge maakte spijzen moesten voldoen aan de eischen, welke men in billijkheid aan goed toebereide voeding kan stellenwij betwijfelen sterk of dit de bedoeling van het voorschrift is. In het algemeen kan men derhalve veilig aannemen, dat de voe ding in de ziekeninrichtingen sedert de uitvaardiging der door ons bedoelde bepalingen, geene noemenswaardige verbetering onderging. Het is werkelijk jammer, dat door een minder practische toepassing, het oorspronkelijk zeer goed denkbeeld zoo weinig vruchten droeg. Edoch, zooals wij in den aanvang reeds zeiden, het was wel te voorzien. De eenigst goede en o. i. ook rationeele oplossing zou zijn geweest en deze blijft ook nu nog aanbevelenswaardig, het doen vaststellen van uniforme maten voor alle ziekeninrich tingen, door eene commissie te Batavia, waarbij zeker met voordeel partij ware te trekken van de aldaar in ruimen voor- :raad aanwezige intendance krachten. Met behulp van de verkregen resultaten, zou het reeds bestaand, «doch practisch moeilijk uitvoerbaar 1) voorschrift, omtrent de 1) Afdeeling A sub 1 van tarief No. 40, -volgens welk b v. een lijder 3e afdeeling bij geheele portie 'smorgens recht heeft op 0.12 KG. brood, 0 015 K G. boter, 0.02 K.G. koffie en 0.015 K.G. suiker; 's avonds o. m. 0.55 K.G. groenten met aardappelen gestoofd «en 0.03 K.G. reuzel (ten behoeve van dat stoofsel).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 83