125
ooit in de buitenwereld terug te keeren, wat te wijten is aan
hunne onbuigzame, wederstrevende natuur en de wreede on-
meedoogende wetten, die deze voor den militairen stand totaal
ongeschikt gebleken personen de eenig mogelijke genezing, te
rugkeer tot de burgermaatschappij, onthouden.
Wanneer ik de toestanden in de militaire strafgevangenis naga,
dan schijnt het mij toe, dat een der principiëele fouten is ge
legen in het bijeenbrengen van verschillende soorten van mis
dadigers in ééne inrichting. Wegens diefstal, oplichting of dood
slag veroordeelden leven hier samen met menschen, wier eenige
misdaad was, dat zij zich niet konden voegen in het militaire
kleed; misdadigers met slechte inborst, doch dikwijls heel ge
dwee en onderdanig van aard worden hier samen gebracht met
open, eerlijke naturen, die echter nooit hebben geleerd zich voeg
zaam te onderwerpen aan strenge militaire tucht.
Waar zoo verschillende meestal zwakke karakters worden sa
mengebracht, spreekt het van zelf, dat spoedig meer slechte dan
goede eigenschappen van elkander worden overgenomen en het
behoeft geen verwondering te baren, dat door die wederzijdsche
opvoeding de gevangenen, die buiten periodieke bezoeken van
zendelingen en prostituees bijna geheel verstoken zijn geweest
van den invloed van personen uit de buitenwereld, de inrichting
dikwijls slechter verlaten, dan dat zij er gekomen zijn. Het aan
tal fuseliers, dat, na uit de gevangenis te zijn ontslagen, later
in die inrichting terugkeert, is clan ook onrustbarend groot en
er gaat bijna geen maand voorbij, dat niet wegens insubordina
tie, dienstweigering of poging tot brandstichting gevangenen we
der naar den krijgsraad moeten worden verwezen.
Waar nu in de militaire strafgevangenis de misdadigers en de
slechte soldaten niet van elkander werden gescheiden, was het
bijna niet mogelijk om deze zoo zeer in aard en aanleg van elkaar
verschillende typen niet op een en dezelfde wijze te behandelen.
Er wordt dan ook in werkelijkheid in geen enkel opzicht ver
schil gemaakt tusschen een sluwen handigen oplichter en een
open doch insubordinairen soldaat. Allen hebben dezelfde be
zigheden, hetzelfde leven, voor allen zijn gelijke straffen. Voor
de verschillende karakterkwalen bestaat slechts ééne gelijke
remedie; of de patient geneest, daarop wordt minder gelet.
Dl. I, 1901. 9