RIA. Eene kleine bijdrage tot het noodzakelijke van den leerplicht. Korten tijd geleden kwamen ons onder de oogen eenige curieuse adres sen, gericht aan den commandant van het koloniaal "Werfdepot te Har derwijk. Zij luidden aldus: 1. Aan den Garnezoen kommandant op het Milletaire Logement Werf- tepot te Harderwijk .Noord-Holland. 2. Aan Zijn Hoogheid, de Kommadant van het du po gernezoen te Hardrewijk, provinszie Gelderland. 3. Aan den Weledelen Heer Komedant Werksbont Harderwijk. 4. De commandant der stelling Harderwijk te Harderwijk. 5. Aan den dipoe van den Oosten Arderwijk. 6. Aan den Hooggeplaatsten en Veelgeleerden Heer Grood Majoor! en Commandant! van het Coloniejaalen Whrfdupo te Harderwijk. 7. Mijnheer de overste van de kaserene Der Dipon Harderwijk. 8. Den Heere Overste der jonge ingelijfden voor Oost-Indie te Har derwijk. 9. Mijnheer de Kommandant der Bergartillerie van het Neder Indische Leger Harderwijck. 10. Aan Mijnheer de Bestuurder der Vereenigingsplaats van het Hol landse leger te Harderwijk. 11. Oberangaschierbureaus Haderwik. 12. Aan den Weledelen Heer den Heer Hoperbevelheber bij het Kolo- nieaale werf Depoo Harderwijk. 13. Aan den Weiede. Heer Afsier van het Kiloniyaalle werk dupoo te Harderwijk. 14. Aan den Heer aanwerver van vrijwilligers voor het hollandsche leger in Oost Indien Hardewich. 15. Aan den Hooge Geachte Heer Kornel der Militaire uitrusting Har derwijk. 16. Aan den Heere Overste Aanwezen der Koloniaale werfdepot expres Harderwijk. 17. Aan de Heer Overste van het Werfhuis te Arderwijk. 18. Aan de Werfdepot van soldaten, die naar de oost gaan te Harderwijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 430