90 hoogen, zoo kan men mij toch zeker niet als fout aanrekenen, dat door de vermindering van het Eur. element eene aanzienlijke besparing verkregen wordt. M. i. moet de organisatie van ons leger niet gebaseerd zijn op het getal Eur. dat wij kunnen krij gen, doch op den voorgrond moet staan dat wij in ons leger zoo min mogelijk een element moeten opnemen, dat wij in oorlogstijd niet kunnen aanvullen. Wil men het overcompleet aan Europeanen niet bezigen om onze veldinfanterie de hoognoodige uitbreiding te geven, welnu men bezige de overbodige kosten voor andere doeleinden. Behalve het door Non Nemo aangehaalde getal wenschte ik nog alle Eur. bij de GB. af te schaffen en te vervan gen door Amboin., behalve misschien bij het GB. der Molukken, hoewel men hierbij Menadoneezen in stede van Eur. kan bezigen, natuurlijk indien n.l. de werving aan Amboin. en Menadon. deze vermeerdering toelaat. Ook dit zoude eene aanzienlijke besparing bij verhooging van gevechtskracht vormen. Ik heb in bovenstaande regelen mij zeer beperkt Ook de ideeën van Non Nemo omtrent de samenstelling der Cie. hoop ik met het antwoord van Troepenofficier, dat naar ik hoop niet lang op zich zal doen wachten, nader te bespreken. Yoorloopig merk ik op, dat ik nader terug zal komen op de door mij gebezigde sterktecijfers, die door de laatste formatie wijzigingen eenigszins veranderd en dus foutief zijn. Intusschen betuig ik Non Nemo mijn beleefden dank, dat hij mij vergund heeft, door de bespreking van mijn artikel, in dit tijdschrift nader terug te komen op een onzer dringendste legerbe- belangen. Eene gedachtenwisseling hierover kan niet anders zijn dan in het belang van ons hoofdwapen. Weltevreden16 December 1901. S. H. SCHUTSTAL VAN WOUDENBERG-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 106