123 - en weezenfonds; bevordering, ontslag, op nonactiviteit stelling enz. als voor het Leger, op voordracht van den wapenchef door den Gouverneur-Generaal. De minderen van het Wapen worden insgelijks getrokken uit alle korpsen van het Leger. Zij, die wat gedrag, dienstijver, levenswijze, karakter, lichaamsgestel en intellect geschikt ge oordeeld zijn, worden op voordracht der korpscommandanten door den chef van het betrokken wapen in overleg met den commandant van de marechaussee voorloopig daarbij geplaatst. Bij eerste oprichting kunnen Europeesche sergeanten en kor poraals, Amboineesche sergeanten, korporaals en fuseliers er bij overgaan. Later geldt als regel, dat alleen Europeesche korporaals en Amboineesche fuseliers van het Leger bij de marechaussee geplaatst worden, opdat de bevordering in eigen boezem en naar verdienste bij het wapen, zonder examen, kan geschieden. Aroor eene plaatsing komen allereerst in aanmerking zij, die met succes gediend hebben bij het korps Marechaussee te voet in Atjeh. De voorloopig geplaatsten, dat zijn dus alleen Europeesche korporaals en Amboineesche fuseliers worden geplaatst op de tot het Wapen behoorende opleidingschool, alwaar zij onderwijs ontvangen in: lezen, schrijven, rekenen, Nederlandsche en Maleischetaal; kennis van wetten, besluiten en algemeene politie-keuren; het opmaken van processen-verbaal, schijfschieten, schermen en gymnastiek. Na afloop van den cursus wordt examen afgenomen en gaan de geslaagden definitief bij het Wapen over. Kennis van het Javaansch, Soendaneesch en Madoereesch strekt tot aanbeveling en regelt de indeeling. Bij minder goed gedrag (van wangedrag mag geen sprake zijn) keeren zij terstond terug naar het korps, waarvan zij af komstig zijn. De soldijen der onderofficieren en minderen zijn als voor de marechaussee's in Atjeh: Europeesch sergeant f 2,00 Amboineesch sergeant 1,30 Europeesch korporaal 1,15 Amboineesch korporaal 0,85 Arnb. marechaussee le kl. 0,60 Amb. marechaussee 2e 0,53.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 141